Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
27 maart 2021
Hoe eerder we dyslexie herkennen bij kinderen, hoe sneller we ze kunnen ondersteunen. Maar hoe zit het met het signaleren van dyslexie? Vanaf wanneer doen ze dat op de basisschool? En hoe gaat zo’n proces?
Dyslexie is een aangeboren stoornis waardoor kinderen moeite hebben met lezen, spelling en het begrijpen van woorden. Kinderen met dyslexie hebben een langzamere taalontwikkeling dan hun leeftijdsgenootjes. Nieuwe woorden en klanken zijn vaak lastig en als ouder merk je weinig vooruitgang. Dyslexie kan alleen worden vastgesteld door een arts of orthopedagoog aan de hand van een uitgebreid onderzoek. Dit kost veel tijd en geld.
Leerkrachten zitten bovenop het signaleren van dyslexie. Want hoe eerder dyslexie gesignaleerd wordt, hoe beter kinderen ondersteund worden.
Op hele jonge leeftijd, tot een jaar of 5, hebben we het nog niet over dyslexie bij kinderen. Maar het wordt al wel in de gaten gehouden. Veel basisscholen houden de signalen voor dyslexie ook in groep 1 en 2 al goed in de gaten. Dit heet preventieve screening. Door middel van observaties beoordelen leerkrachten of kinderen op het juist niveau zitten qua taalontwikkeling. Zien ze een achterstand? Dan besteden ze extra aandacht aan deze kinderen. Ook vragen sommige scholen al bij inschrijving of dyslexie in de familie zit, omdat het erfelijk kan zijn.
Ook zijn er speciale dyslexiescreeningen en vragenlijsten opgesteld om te bekijken of dyslexie al vroeg gesignaleerd kan worden. Dit heet de ‘voorschotsbenadering’. Het Expertisecentrum Nederlands heeft een signaleringslijst opgesteld voor kleuters die leerkrachten kunnen gebruiken bij hun observaties. Herkent een leerkracht veel signalen bij een kind? Dan kan er van alles uit de kast getrokken worden ter ondersteuning: extra oefeningen, zoals extra letters leren, letters leren met gebaren erbij of bepaalde klanken vaker herhalen.
Vanaf de kleuterleeftijd krijgen kinderen al veel met taal te maken. Op school onder andere door:
Heeft je kind aan de start van groep 3 moeite met taal, dan is er nog geen reden voor zorgen. Lang niet elk kind met een (lichte) achterstand heeft dyslexie. Ieder kind heeft zijn eigen tempo, dus de ontwikkeling kan ook wat later komen. Heb vertrouwen in je kind en probeer hem niet met andere kinderen te vergelijken, dat geeft alleen maar onrust. Probeer spelenderwijs samen te oefenen met taal en blijf veel boekjes lezen samen. Zo houd je taal leuk en blijft je kind nieuwsgierig!
Dyslexie wordt pas echt vastgesteld vanaf groep 4. En dan nog krijgt een kind niet zomaar de stempel dyslexie. Voordat het vastgesteld wordt, moet elk kind eerst het volledige leesproces doorlopen én een half jaar intensieve begeleiding krijgen. Goed nieuws: in de meeste gevallen is deze begeleiding al genoeg om de achterstand te verhelpen.
Onderwijsexpert Shelby Vos, Intern Begeleider en leerkracht in het basisonderwijs, legt uit welke middelen er zijn om spellingsachterstanden aan te pakken. ‘Als achterstand in lezen of spelling opvalt, worden er extra instructies ingezet. Bijvoorbeeld:
Kinderen kunnen ook thuis oefenen met spelling. Een fijne tool is bijvoorbeeld de spellingmethode TaalExtra van onderwijsexpert Squla. Deze methode is ontwikkeld in samenwerking met orthopedagogen en dyslexie-experts.
In ons artikel Heeft je kind moeite met spelling? Zo kun je helpen! lees je nog meer tips om samen met je kind aan de slag te gaan met spelling.
Om dyslexie vast te stellen nemen scholen leestoetsen af. Vaak worden kinderen meerdere keren in het jaar getoetst. Bijvoorbeeld door een woordtoets, lettertoets, fonementoetsen (een toets met klanken) of woordenschattoetsen. Gedurende het jaar zullen leerlingen ook geobserveerd worden tijdens hun mondelinge communicatie en op hun niveau in teksten lezen. Al deze manieren hebben als doel om de taalontwikkeling van kinderen te pijlen. Daarnaast worden er op basisscholen nog meer toetsen afgenomen, zoals:
Hebben jij of de leerkracht het vermoeden dat je kind dyslexie heeft, dan worden de DMT-toets en/of de CITO-spellingtoets vaak gebruikt als indicator. Heeft je kind bij de CITO-spellingtoets een A/I-score, dan is er geen sprake van dyslexie. Een E/V-score is een lage score. Als je kind 2 tot 3 keer deze lage score haalt kan de leerkracht besluiten je kind extra instructies voor lezen en spelling te geven.
Als er lage scores uit de toetsen komen, is het begrijpelijk dat je je zorgen maakt als ouder. Je wilt er dan alles aan doen om je kind te helpen. Gelukkig is er veel mogelijk om de taalontwikkeling te ondersteunen. Zoals al eerder genoemd, krijgen kinderen niet zomaar de stempel dyslexie. Je kind krijgt eerst altijd een intensief begeleidingstraject als er sprake is van een achterstand. Levert het traject te weinig of geen resultaat? Dan wordt er pas een onderzoek gestart waarbij een dyslexieteam het niveau van je kind bestudeerd, onder andere door de toetsresultaten te bekijken en analyseren.
Kinderen die 2 of 3 keer een lage score halen bij de leestoetsen, zoals de CITO-spellingtoets, krijgen een intensief begeleidingstraject. Soms starten kinderen individueel een traject. Zijn er meerdere kinderen met dezelfde scores? Dan kunnen er groepjes van 2 of 3 leerlingen opgezet worden. De kinderen worden begeleid door een leesspecialist, remedial teacher of Intern Begeleider.
Er zijn meerdere methodes die ingezet kunnen worden tijdens het begeleidingstraject. De school bepaalt meestal welke methode je kind krijgt. Meestal is dit een geadviseerde methode die ook ingezet wordt als begeleiding tijdens een vergoed dyslexieonderzoek.
Er worden pas stappen ondernomen voor de aanvraag van een vergoed dyslexieonderzoek als de extra instructie in de klas en de intensieve begeleiding niet hebben geholpen de taalachterstand te verhelpen. Is je kind niet vooruitgegaan op de toetsen en krijgt hij voor de derde keer de laagste score? Dan volgt er overleg met een dyslexiebehandelaar en wordt er een onderzoek gestart. De dyslexiebehandelaar geeft uiteindelijk de diagnose dyslexie (of juist niet). Als dit het geval is, dan kun je via de gemeente vergoede dyslexiezorg aanvragen.
Dit kan best een spannende en vermoeiende periode zijn voor een kind. Er ligt veel focus op het stimuleren van zijn taalontwikkeling. Dit is voor kinderen geen leuke fase. Ze kunnen zichzelf gaan vergelijken met anderen en onzeker worden. Ook voor jou als ouder kan het spannend zijn, omdat je hoopt dat alle extra inspanningen ervoor zorgen dat er verbetering te zien is.
Probeer tijdens deze periode optimistisch te blijven en maak van taal iets leuks! Forceer het thuis niet te veel om extra te lezen als je kind daar geen zin in heeft.
Probeer taal spelenderwijs een rol te geven binnen het gezin. Draai bijvoorbeeld eens de rollen om, dat je kind jou voorleest. Of speel samen de leesbingo, waar uitdagingen staan zoals ‘lezen met mijn vinger in mijn neus’ of ‘lezen in de dierentuin’. Als de bingo vol is, staat daar natuurlijk een mooie prijs tegenover! Meer tips om lezen thuis leuk te maken lees je in deze blog met 8 tips van ouders.
Dit artikel is geschreven in samenwerking met onze onderwijspartner Squla