9 november 2007 door Esther Schoneveld

Gezamenlijk gezag en eenhoofdig gezag

Vroeger heette het 'de ouderlijke macht', tegenwoordig het ouderlijk gezag. Wat is dat? Hoe krijg je het en hoe kun je het kwijtraken?

Ouderlijk gezag, vroeger 'de ouderlijke macht' genoemd, omvat de plicht en het recht van ouders om hun minderjarige kinderen te verzorgen en op te voeden. Dit betekent onder andere dat bij beslissingen over zaken als schoolkeuze, het ondergaan van een medische behandeling en het aanvragen van een paspoort, toestemming vereist is van de ouder (of ouders) die het gezag heeft, respectievelijk hebben.

Over dat gezag kunnen allerlei vragen rijzen. Bijvoorbeeld hoe je het gezag kunt krijgen als je het niet hebt, wanneer iemand het gezag ontnomen kan worden, of wat je moet doen als je het gezamenlijk gezag hebt maar het niet eens kunt worden over belangrijke kwesties. Hieronder zal ik al die vragen beantwoorden.

Wie heeft het gezag?

Allereerst is het belangrijk om te weten dat nooit méér dan twee mensen het gezag kunnen hebben over een kind. Maar wie zijn dat dan?

Wanneer een kind geboren wordt tijdens een huwelijk of geregistreerd partnerschap, hebben beide ouders automatisch het gezag. Ook wanneer de ouders trouwen na de geboorte van het kind, hebben zij samen het gezag.

Wanneer de ouders niet met elkaar getrouwd zijn en geen geregistreerd partnerschap hebben, heeft alleen de moeder het gezag. De andere ouder kan dan samen met de moeder het gezag krijgen wanneer ze samen een verzoek indienen bij de rechtbank. Dit kan heel eenvoudig door het invullen en ondertekenen van een formulier.

Als het verzoek aan de eisen voldoet, wordt ook de andere ouder met het gezag belast. Er wordt dan een aantekening gemaakt van het gezamenlijk gezag in het gezagsregister van de rechtbank.

Niet-ouders

Het kan ook voorkomen dat iemand het gezag heeft over een kind van zijn of haar partner. Ik zal zo iemand – net als de wet – 'de niet-ouder' noemen. Dit is bijvoorbeeld het geval wanneer het kind nog niet door een andere man is erkend en de moeder en de niet-ouder met elkaar getrouwd zijn, of een geregistreerd partnerschap hebben. Vervolgens hebben ze het gezamenlijk gezag aangevraagd bij de rechtbank (en dat ook gekregen). Wanneer het kind wordt geboren tijdens het huwelijk of geregistreerd partnerschap van de ouder met de niet-ouder, heeft de niet-ouder van rechtswege samen met de ouder het gezag over het kind.

Wanneer het kind al was erkend door iemand anders, kan de niet-ouder slechts worden belast met het gezag nadat hij of zij en de 'echte' ouder daarvoor een verzoek hebben ingediend bij de rechtbank. De rechter zal dat verzoek alleen toewijzen wanneer aangetoond kan worden dat de niet-ouder minstens een jaar samen met zijn of haar partner voor het kind heeft gezorgd en die partner (de 'echte' ouder) minstens drie jaar alléén het gezag heeft gehad. De rechter zal ook kijken of de belangen van het kind niet geschaad worden door toewijzing van het gezag aan de niet-ouder.

Geen gezag

Er zijn een paar situaties waarin een ouder geen gezag over zijn of haar kind kan hebben. Namelijk:

  • wanneer de ouder minderjarig is;
  • wanneer de ouder onder curatele staat;
  • of wanneer de ouder lijdt aan een stoornis waardoor hij of zij niet in staat is het gezag uit te oefenen.

Volgt hieruit dat een tienermoeder nooit het gezag over haar kinderen kan hebben zolang ze nog minderjarig is? Nee. Een moeder die 16 of 17 jaar oud is, kan namelijk een verzoek indienen bij de rechtbank om haar meerderjarig te verklaren, zodat ze alsnog bevoegd wordt om het gezag uit te oefenen.

Gezamenlijk gezag zonder toestemming

Zoals gezegd kunnen ouders het gezamenlijk gezag verkrijgen door een verzoek in te dienen bij de rechtbank. Daarvoor is echter wel toestemming van beide ouders vereist. (Met 'ouders' bedoel ik de juridische ouders; de vader moet het kind dus wel eerst erkend hebben.)

Wat nu te doen wanneer de vader mede het gezag wil uitoefenen maar de moeder geen toestemming wil geven? De Nederlandse wet biedt daar niet expliciet een oplossing voor, maar de rechter heeft bepaald dat de wet op grond van het Europese Verdrag van de Rechten van de Mens zo uitgelegd moet worden dat de vader toch gezamenlijk gezag kan krijgen.

De vader kan de rechtbank dus toch verzoeken om hem samen met de moeder te belasten met het gezag over het kind, ook al geeft de moeder geen toestemming. De rechtbank zal dat verzoek toewijzen als het in het belang van het kind is. Over de betekenis van het begrip 'het belang van het kind' vertel ik straks meer.

Eenhoofdig gezag verkrijgen

Er kunnen allerlei omstandigheden zijn waarin iemand alleen (in z'n eentje) het gezag wil hebben. Bijvoorbeeld: als het nodig is om een reeds bestaand eenhoofdig gezag over te laten gaan van de ene ouder naar de andere. Of als onderdeel van een echtscheidingsprocedure (maar lang daarna kan ook). Of als er ooit gezamenlijk gezag is verkregen, wat weer teruggedraaid moet worden. Of als een ouder meent dat de andere ouder het gezag ontnomen moet worden.

In alle gevallen moet de ouder die alleen belast wil worden met het gezag, een verzoek indienen bij de rechtbank. De rechter zal dan beoordelen of de gezagswijziging in het belang van het kind is. Het is verplicht om je te laten bijstaan door een advocaat; namen en adressen vindt u op VerenigingFAS.nl.

Het belang van het kind

'Het belang van het kind' is een beetje een vaag begrip en bovendien is iedere gezinssituatie anders. De rechter zal daarom in ieder zaak moeten kijken naar alle omstandigheden. Daarbij worden echter wel een aantal vaste uitgangspunten en maatstaven gehanteerd.

Om te beginnen vindt de rechter (net als de wetgever) dat gezamenlijk gezag het uitgangspunt moet zijn, als ouders uit elkaar gaan. Ouders moeten samen belangrijke beslissingen over het kind kunnen nemen. De ouders moeten dus met elkaar kunnen communiceren. Dat hoeft niet per se oog in oog te zijn; communiceren per e-mail, telefoon of het bekende 'schriftje' (dat veel ouders gebruiken in het kader van de omgangsregeling) is ook communiceren.

Slechte communicatie of bijna geen communicatie is niet voldoende om eenhoofdig gezag te verkrijgen. Alleen wanneer er daardoor een gevaar bestaat dat de kinderen als het ware klem komen te zitten tussen hun ouders én als niet te verwachten valt dat daar op termijn verbetering in komt, zal de rechter een einde maken aan het gezamenlijk gezag.

Als je midden in een echtscheidingsprocedure zit, zal een rechter minder snel geneigd zijn om een einde te maken aan het gezamenlijk gezag dan als er – bijvoorbeeld – al drie jaar verstreken zijn. Veel echtscheidingen gaan namelijk gepaard met heftige emoties en strijd, wat later vaak weer afneemt. Dus als er lange tijd na het uiteengaan van de ouders een verzoek wordt ingediend tot eenhoofdig gezag, is er vaak meer aan de hand dan een tijdelijk moeizame communicatie.

Soms wil de rechter advies hebben van deskundigen, om vast te kunnen stellen wat in het belang van het kind is. Hij kan dan de Raad voor de Kinderbescherming verzoeken een onderzoek in te stellen en een rapport uit te brengen over de vraag of eenhoofdig danwel gezamenlijk gezag in het belang van het kind is.

Voorbeeld

Om een idee te krijgen van de omstandigheden waarin eenhoofdig gezag daadwerkelijk toegewezen kan worden, geef ik een voorbeeld.

Het ging om een zaak waarin bleek dat het gezamenlijk gezag tot veel conflicten had geleid. De vader had bijvoorbeeld zonder geldige reden zijn toestemming geweigerd voor het aanvragen van paspoorten voor zijn dochters. Ook had hij geweigerd om toestemming te geven voor de psychologische behandeling voor een van zijn dochters, die volgens de moeder noodzakelijk was.

De rechter concludeerde dat de vader de moeder ernstig belemmerde in haar taak als verzorgende ouder en dat uit zijn manier van handelen bleek dat hij geen inzicht had in de belangen van zijn kinderen. Voortduring van het gezamenlijk gezag was volgens de rechter belastend voor de kinderen en niet in hun belang.

Overdracht van eenhoofdig gezag

Ook wanneer de rechter moet beslissen over een verzoek om het gezag van de ene ouder over te laten gaan op de andere ouder, kijkt hij of dat in het belang van het kind is.

Aan de hand van de mogelijkheden die de ouders het kind kunnen bieden, zal de rechter beoordelen wie van hen het beste voor de kinderen kan zorgen. Wanneer de gezagswijziging tot gevolg zou hebben dat het kind bij de andere ouder gaat wonen en dus een andere opvoeder krijgt, moet de rechter ook rekening houden met de mogelijke nadelen die hieraan verbonden zijn.

Soms wijst de rechter een dergelijk verzoek toe. Ook daarvan geef ik een voorbeeld. Het ging om een verzorgende ouder die de omgangsregeling met de andere ouder lange tijd ernstig en structureel frustreerde, waardoor het kind geen of nauwelijks contact had met de andere ouder. Als laatste middel om ervoor te zorgen dat het kind het contact met zijn andere ouder niet zou verliezen, heeft de rechter het gezag van de verzorgende ouder afgenomen en de andere ouder met het gezag belast.

De mening van het kind

Als wijziging van het gezag betekent dat het kind een andere opvoeder krijgt, dan mag dat natuurlijk niet nadelig uitpakken voor het kind zelf. Daarom is ook zijn of haar eigen mening belangrijk.

Kinderen (van 12 jaar en ouder) zullen dus door de rechter in de gelegenheid worden gesteld te zeggen wat ze er zelf van vinden. En hoe ouder het kind, hoe meer belang de rechter daaraan zal hechten.

Overigens kan een kind van 12 jaar of ouder ook in andere gevallen worden gehoord. Dus niet alleen als het kind een andere opvoeder zou krijgen. De rechter kan bijvoorbeeld het gezag aan een van de ouders toewijzen als het kind daarom vraagt (en als de rechter overtuigd is van het belang daarvan).

Ontzetting

Op verzoek van een van de ouders kan een rechter de andere ouder het gezag ontnemen, als dat nodig is voor de kinderen. In juridische termen heet dat 'van het ouderlijk gezag ontzetten' (voorheen: 'uit de ouderlijke macht ontzetten').

Redenen daarvoor kunnen zijn:

  • misbruik van het gezag;
  • grove verwaarlozing van de verzorging of de opvoeding;
  • slecht levensgedrag (bijvoorbeeld alcohol- of drugsmisbruik);
  • onherroepelijke veroordeling wegens het plegen van bepaalde misdrijven tegen het kind;
  • idem wegens het opzettelijk deelnemen aan een misdrijf met het kind dat onder zijn gezag staat;
  • een onvoorwaardelijke gevangenisstraf van 2 jaar of langer.

Ouderlijk gezag terugkrijgen

Een ouder die het gezag heeft verloren of 'van het ouderlijk gezag is ontzet', kan de rechter op een later tijdstip verzoeken om hem of haar weer samen met de andere ouder (of alleen) met het gezag te belasten.

De beslissing van de rechter is dus niet voor altijd, tenzij er inmiddels al twee personen het gezag over het kind hebben.

Problemen bij gezamenlijk gezag

Tenslotte nog dit. Stel dat twee ouders, die samen het gezag hebben, het niet eens kunnen worden over een of misschien zelfs meerdere gezagskwesties. Bijvoorbeeld over de keuze van een school, of over een medische behandeling.

Dit hoeft geen onoplosbaar probleem te zijn. Je kunt namelijk altijd naar de rechter gaan om het geschil voor te leggen, zowel in je eentje als met z'n tweeën. Bij het nemen van een beslissing zal de rechter ook hier weer uitgaan van het belang van het kind.

Lees ook: