24 oktober 2010 door Justine Pardoen

Elektronisch Leerlingdossier roept vragen op

Op 13 oktober heeft de Tweede Kamer de Wet op het Elektronisch Leerlingdossier aangenomen. Ouders Online maakt zich daar ernstig zorgen over.

Waar gehakt wordt, vallen spaanders. Bijna alle ouders hebben wel eens meegemaakt dat een leerkracht iets raars gezegd heeft over hun kind, wat kant nog wal raakt. Dat is vervelend op het moment zelf, maar verder niet zo dramatisch. Vervelender is het als zo'n misplaatste 'diagnose' je hele leven lang aan je blijft kleven. En nog vervelender is het wanneer er persoonsverwisselingen gaan optreden, of als er grote hoeveelheden gegevens op straat belanden. Met papieren dossiers zijn dat soort risico's beperkt, maar met digitale dossiers zijn de risico's vele malen groter.

Scholen worden binnenkort verplicht om voor het bijhouden van een leerlingdossier gebruik te maken van een uniek persoonsgebonden nummer (PGN). Op 13 oktober is in de Tweede Kamer een wet aangenomen die dat regelt. Zo kan de onderwijsloopbaan van kinderen nauwgezet gevolgd worden, vanaf het moment dat ze de drempel van het onderwijs overgaan, op 4-jarige leeftijd. Ouders Online maakt zich daar zorgen over.

Voor zover wij kunnen nagaan is het onderwijsnummer dat veel scholen nu al gebruiken, en straks verplicht zijn te gebruiken, gelijk aan het Burgerservicenummer (BSN) dat al gebruikt wordt in allerlei andere dossiers, zoals bij de Belastingdienst, de gezondheidszorg (het elektronisch patiëntendossier EPD), de gemeentelijke basisadministratie (GBA), etc. Binnenkort worden burgers dus gevolgd van de wieg tot het graf, met alle gezondheidsinformatie, schooldossiers, strafdossiers, CJG-dossiers (als je een keer binnenloopt bij het Centrum voor Jeugd en Gezin), jeugdzorg, enzovoorts.

Die gegevens zijn nu nog gescheiden, zodat artsen en politie-agenten niet in het leerlingdossier kunnen kijken, en leerkrachten niet in het dossier van de schoolarts, maar de stap om al die dossiers te koppelen wordt steeds kleiner. De kans dat dat ook daadwerkelijk gaat gebeuren, is alleen maar toegenomen door de komst van het nieuwe Ministerie van Veiligheid en Justitie.

Er wordt dus al een tijdje gebouwd aan een systeem waarin het hele leven van burgers wordt vastgelegd. Dat persoonsdossier is automatisch gekoppeld aan je persoonsbewijs, omdat je persoonsgebonden nummer (PGN, wat dus hetzelfde is als je Burgerservicenummer BSN) daar ook in staat. We hebben feitelijk al een algemene identificatieplicht voor kinderen vanaf 14 jaar en in je identiteitsbewijs staat je burgerservicenummer met in de meeste gevallen (via je paspoort) ook een vingerafdruk. Van kinderen die nog rondlopen met een identiteitsbewijs zonder vingerafdruk, mag de politie op elk moment een vingerafdruk afnemen.

Wat is een elektronisch leerlingdossier?

De gegevens van elke leerling worden in een digitaal dossier bijgehouden vanaf het moment dat het kind naar school gaat, dus meestal vanaf het 4e jaar.

Die gegevens worden beheerd door de school, en doorgegeven – als het kind de school verlaat – aan de volgende school of opleiding. Er worden ook gegevens uitgewisseld met de Dienst Uitvoering Onderwijs (DUO), de opvolger van de IB-Groep (de Informatie Beheer Groep) om de financiering van het onderwijs goed te kunnen regelen.

Wat staat er in een elektronisch leerlingdossier?

Je zou verwachten dat scholen vooral gegevens willen bijhouden over de schoolprestaties, met mogelijk nog wat andere informatie die nodig is om conclusies of adviezen te verbinden aan die gegevens. Niet minder, maar zeker ook niet meer.

De staatssecretaris heeft echter aangekondigd dat er wel degelijk veel meer in dat dossier kan komen te staan. Als ouders moet je je dus afvragen wat het nut is om in een leerlingdossier – dat een leven lang meegaat – vastgelegd te zien hoeveel biertjes de ouders drinken, welk geloof ze aanhangen, wat hun opleidingsniveau is, hun land van herkomst, of je op de basisschool wel eens gepest bent, of je als 13-jarige in aanraking bent geweest met de politie, wat je werkhouding was in groep 8, wat je seksuele voorkeur is, enzovoorts.

Is dat allemaal in het belang van het kind als leerling? Kunnen we daardoor het onderwijs beter afstemmen op de behoefte van een leerling? En wie bepaalt dat allemaal?

Rechten

In theorie hebben ouders en leerlingen allerlei rechten. Bijvoorbeeld dat ze geïnformeerd moeten worden over wat er allemaal wordt bijgehouden, en hoe ze de doorgifte van bepaalde gegevens kunnen weigeren. Ze moeten ook weten wie voor het bewaren en doorgeven van de gegevens verantwoordelijk is, en waar ze kunnen klagen.

Maar in de praktijk houden scholen zich nogal slecht aan hun informatieplicht, zo blijkt uit onderzoek.

Zorgen

We hebben dus een aantal zorgen, die beslist niet weggenomen zijn door de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer.

Wij vragen ons af:

  • Hoe wordt voorkomen dat gegevens bij andere instanties belanden? Ook op langere termijn?
  • Wie houdt er toezicht op dat geen overbodige gegevens in leerlingdossiers terechtkomen?
  • Kun je als ouder inzage krijgen in de gegevens van je kind en hoe is die inzage en het recht op correctie geregeld?
  • Hoe lang bewaart een school de gegevens na doorgifte?
  • Wie is verantwoordelijk voor misbruik van de bewaarde en doorgegeven dossiers?
  • En, niet onbelangrijk: wordt gebruik gemaakt van gekeurmerkte systemen, zodat de technische beveiliging van de dossiers optimaal is? Onze ervaring is namelijk slecht op dit punt (zie ons Dossier 'digitalisering leerlinggegevens').
  • De staatssecretaris van Onderwijs heeft de controle op de technische beveiliging gelegd bij de Inspectie van het Onderwijs, maar hoe kunnen ouders erop vertrouwen dat deze overbelaste dienst dat ook daadwerkelijk aankan?

Vooruit denken

Alle burgers, maar vooral ouders die voor hun kinderen vooruit moeten denken, zouden zich moeten afvragen wat de gevolgen kunnen zijn van deze ontwikkelingen. Hoe worden de rechten van hun kinderen en van henzelf gewaarborgd? Hoe kan misbruik van gegevens voorkomen worden? Kinderen en ouders hebben recht op privacy, en op vrijheid om hun leven in te richten zoals zij dat willen (binnen de grenzen van de wet).

Natuurlijk is het in het belang van leerlingen dat docenten goed geïnformeerd zijn. Maar in deze tijd, waarin diversiteit in opvoeding en achtergrond van leerlingen steeds meer als een bedreiging wordt gezien dan als een kans, is het misschien nog wel van groter belang voor leerlingen dat ze gezien en beoordeeld worden door docenten met onbevooroordeelde ogen.

Wie zich zorgen maakt, kan schrijven naar de leden van de Eerste Kamer, die zich nu moeten buigen over het wetsontwerp over het elektronisch leerlingdossier (ELD).

Wie meer wil weten over hoe verschillende politieke partijen denken en stemmen, als het gaat om privacy-zaken, surft naar de Privacybarometer.

Lees ook: