Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

9 december 2004 door Justine Pardoen

De opkomst van het langzame leren

AVI-toetsen met de stopwatch, en CITO-scores in de schoolgids. Ouders hebben daar steeds meer moeite mee, en gaan op zoek naar langzaam onderwijs.

De media melden met regelmaat dat ouders hun kinderen te veel onder druk zetten. Ouders zouden hun kinderen te veel pushen. Niet alleen als het gaat om pubers die hun eindexamen moeten halen, maar zelfs als het gaat om kleuters. (Zie ook: Mijn ouders zetten me te veel onder druk om te slagen.)

Gezinnen hebben gemiddeld nog geen twee kinderen, en die kinderen moeten excelleren. Ze moeten allemaal bijzonder zijn en er mag er geen-een meer falen. En als er wel eentje faalt, dan moet dat een verklaring hebben in een of andere erkende afwijking.

Dik Trom-complex

Het Grote Verklaren startte al jaren geleden. Zo publiceerde Skepter, het huisorgaan van de Stichting Skepsis ("Een kritische visie op pseudo-wetenschappelijke beweringen") in 1996 het artikel Een wonder of een total loss, waarin de hype rond het hoogbegaafde kind aan de kaak werd gesteld.

De auteurs van dat artikel noemden het 't Dik Trom-complex ("Het is een bijzonder kind en dat issie") en signaleerden een wildgroei in het aantal kinderen met het etiket 'hoogbegaafd'. "De verwachtingen zijn hoog gespannen. Maar wat een tegenvaller als op de peuterspeelzaal of de basisschool blijkt dat het kind lastig is, of anderszins sociaal niet erg vaardig! Of als z'n prestaties, althans naar het oordeel van de ouders, ondermaats zijn! Hoogbegaafd dan misschien? Zou een aardige poedelprijs zijn."

Diagnosevervuiling

Dat streven naar het perfecte kind legt een grote druk op professionals, roept hoogleraar Micha de Winter al een tijdje. De Winter is hoogleraar Kinder- en Jeugdstudies in Utrecht. Hij maakt zich zorgen over het toenemend aantal diagnoses bij kinderen. Volgens hem is er sprake van 'diagnosevervuiling'.

Ook de bekende psychologe Martine Delfos maakt zich al jaren zorgen: "Een kind dat een verkeerde diagnose krijgt, krijgt namelijk ook de verkeerde behandeling of begeleiding". Volgens Delfos krijgt een kind dat gewoon niet goed in zijn vel zit, te snel een etiket opgeplakt, van ADHD tot hoogbegaafd. Inmiddels zien we ook al jaren een sterke stijging van het aantal dyslectische kinderen en – meer recent – een stijging van het aantal kinderen met NLD (non verbal learning disorder oftewel niet-verbale leerstoornis).

"Misschien", zo suggereert Delfos, "zijn veel van die kinderen wel gewoon ongelukkig doordat er te veel van hen geëist wordt". Zij pleit dan ook voor een herwaardering van de 'langzame' emoties, zoals tederheid, respect, mededogen, bescheidenheid, aandacht, en liefde.

Geduld

Van alle langzame emoties is 'geduld' misschien wel de langzaamste. We hebben de laatste jaren steeds minder geduld om kinderen te laten groeien in hun eigen tempo. Zodat ze zich kunnen ontwikkelen naar hun eigen aard en wezen.

Deskundigen wijzen graag met een beschuldigende vinger naar de ouders: die werken allebei, moeten naast hun carrière ook zo nodig nog 1.8 kinderen, willen duur op vakantie en graag twee auto's voor de deur, en als ze alles voor elkaar hebben, gaan ze ook nog eens scheiden. Ja, dat is vragen om problemen natuurlijk.

Ik geloof er niet in. Het aantal ouders dat allebei fulltime werkt als het oudste kind 3 jaar is, is gering. De meeste vrouwen werken tijdens het moederschap parttime of helemaal niet. En al die zogenaamde zorgenkinderen hebben lang niet altijd gescheiden ouders. Het probleem ligt dan ook veel dieper dan de individuele egocentrische ambitie van ouders.

Stopwatches bij de AVI-toets

Het leven in het algemeen is niet langzaam meer. We eten fast food en we gaan voor 'snelle winst'. We leven snel en willen snel succes, waarbij geen rol meer is weggelegd voor mensen die dat tempo niet aankunnen.

Het gevolg daarvan zie je ook in het onderwijs. Veel scholen zijn toets- en stampscholen geworden, met stopwatches bij de AVI-toets en CITO-scores in de schoolgids.

De winst van een diagnose

Ouders en leerkrachten beginnen het langzamerhand ook te zien. Laatst vertrouwde een leerkracht me toe dat hij een enorme groei van alternatieve scholen voorspelde, en dat hij wel begreep waar dat vandaan komt. "Ons schoolsysteem hecht enorm veel waarde aan toetsing door de hele basisschool heen. Het klassengemiddelde op een onderdeel als begrijpend lezen wordt nu vergeleken met het landelijk gemiddelde. Zit het eronder, dan noteert de Inspectie een minnetje, ténzij blijkt dat leerlingen in die groep 'mankementen' vertonen."

Een leerling met een erkend mankement, een etiket dat door een erkende instantie op dat kind geplakt is, levert scholen dus wat op. Op zijn minst in de vorm van 'geen verlaging van het schoolgemiddelde'. Maar kinderen die gewoon niet lekker in hun vel zitten, die trekken het gemiddelde maar omlaag.

Ook voor ouders is een officiële diagnose lonend. Namelijk: in de vorm van erkenning, waarmee deuren naar extra hulp open gaan. Ook al is die hulp lang niet altijd de beste hulp voor het kind zelf. Maar dat kun je als ouder vaak niet goed beoordelen.

Gevangen in het zorgdossier

Tegelijkertijd maakt een eenmaal opgeplakt etiket het voor ouders vrijwel onmogelijk om een kind van school te laten wisselen. Terwijl een verandering juist heel gezond kan zijn. Sommige kinderen knappen daar zo van op, dat hun problemen als sneeuw voor de zon verdwijnen. Maar als je eenmaal een kind hebt met een dossier als zorg-leerling, zul je op een andere school niet gauw meer welkom zijn.

Zodra je een gesprek aanvraagt op een andere school, gaat de nieuwe school eerst poolshoogte nemen bij de huidige school. Een ouder: "Ik kan dus helemaal niet rondkijken zonder dat de oude school daarvan weet." Inderdaad bestaan er tussen veel scholen dit soort afspraken.

Langzaam onderwijs

Steeds minder kinderen kunnen aarden in het normale schooltype. De eerder geciteerde leerkracht vervolgt: "De meeste basisscholen zijn 'toetsscholen' en 'stampscholen'. Daarbij is steeds minder ruimte voor een bredere begeleiding in de ontwikkeling van kinderen. We zien nu dan ook dat ouders op zoek gaan naar scholen waar cijfertjes minder belangrijker zijn dan personen. Hiermee wil ik helemaal niet zeggen dat ik kennisoverdracht onbelangrijk vind. Maar het accent ligt nu helemaal op lezen, spellen en rekenen, en zo zou het niet moeten zijn. Ik voorspel dan ook dat het aantal initiatieven dat zich min of meer ontworstelt aan de Inspectie, sterk zal toenemen."

Bij dat soort initiatieven kunnen we denken aan privé-scholen zoals het Centrum voor Creatief Leren, of Iederwijs of de zogenaamde Boerderijschool in het Groningse dorpje Zijldijk. Ook de roep om verruiming van de mogelijkheden voor thuisonderwijs neemt toe.

Het is allemaal een uiting van hetzelfde: ouders zijn op zoek naar een vorm van langzaam onderwijs. Ze hebben een grenzeloos vertrouwen in de eigen ontwikkeling van hun kinderen. Ze willen die kinderen natuurlijk wel een inspirerende omgeving bieden, maar ze willen hen niet langer blootstellen aan een type onderwijs waar hun kinderen ziek van worden.

Lees ook: