23 maart 2016 door Justine Pardoen

Brussel thuis

De aanslagen in Brussel kunnen kinderen behoorlijk angstig maken. Ze kunnen weer gaan bedplassen, nachtmerries krijgen, of agressief gedrag gaan vertonen. Hoe ga je daarmee om?

Het is vooral belangrijk dat je de vragen van je kinderen niet omzeilt. Maar wát vertel je ze dan? Hoe praat je over die afschuwelijke aanslagen? En hoe houd je daarbij rekening met hun leeftijd?

Hieronder eerst 10 algemene tips. Daarna volgt een overzicht per leeftijd.

10 tips

1. Het allerbelangrijkste is om eerst je eigen emoties onder controle te krijgen, voordat je met je kinderen praat. Laat je eventuele zorgen of angsten in ieder geval niet blijken aan je (kleine) kinderen. Straal rust uit. Dat geeft ze een veilig gevoel.

2. Als je kind een sterke emotie vertoont, ga er dan niet vanuit dat je wel weet waar hij of zij van ondersteboven is. Vraag je kind eerst of het kan vertellen waaróm het bang of verdrietig is.

3. Bij de oorlog in Syrië kun je nog zeggen dat dat land ver weg is, en dat je kind zich daarom geen zorgen hoeft te maken over de situatie in Nederland. Nu kan dat niet meer, want Brussel is ongeveer om de hoek. Mocht je kind vragen of die aanslagen ook hier kunnen plaatsvinden, zeg dan gewoon dat er extra beveiligingsmaatregelen zijn getroffen en dat alles onder controle is.

4. Blijf alles net zo doen als anders; handhaaf de normale routines.

5. Beperk het kijken naar tv-beelden uit Brussel. Als ze naar het Jeugdjournaal kijken (vanaf 9 jaar), kijk dan mee. Als ze op een leeftijd zijn dat ze precies willen weten hoe het zit, neem dan een abonnement op een kinderkrant, zoals Kidsweek (7-12 jr) of 7Days (voor 12+). De gelijknamige sites geven trouwens ook veel goede informatie, afgestemd op de leeftijd.

6. Wees erop voorbereid dat angsten weken of maanden kunnen doorwerken of zelfs na lange tijd nog kunnen ontstaan. Met praten probeer je zoveel mogelijk een besef bij te brengen dat er een verschil is tussen je angst voor een ramp en de ramp zelf. Hierdoor kun je voorkomen dat de angst een eigen leven gaat leiden.

7. Wees erop voorbereid dat de aanslagen ook oud zeer, zoals herinneringen aan een eerder verlies, naar boven kunnen brengen. Een kind maakt niet op dezelfde manier als een volwassene onderscheid tussen de ene ramp en de andere.

8. Probeer alert te blijven op veranderingen bij je kind. Snijd zo nodig het onderwerp nog eens zelf aan (als je opvallend gedrag ziet), maar laat je vooral leiden door wat je kind zelf aangeeft.

9. Informeer jezelf goed, bijvoorbeeld met behulp van de brochure Kinderen en oorlog in de sociale media van de stichting Mijn Kind Online.

10. Geef eerlijk antwoord op alle vragen, maar ga niet overdreven in op details. Geef dus niet meer informatie dan nodig is. En pas je antwoorden aan aan de leeftijd van je kind.

Leeftijdsoverzicht

Elke leeftijd vereist zijn eigen manier van praten (of juist helemaal niet praten) over de aanslagen. Hieronder volgen de belangrijkste tips en trucs, geordend naar leeftijd.

Baby-tijd en dreumestijd (0-2)
Baby's en dreumesen hebben natuurlijk geen enkel besef van oorlog of terroristische aanslagen. Zorg dat ze niets zien en praat nergens over.

Peutertijd (2-4)
Ook peuters kun je het beste zoveel mogelijk afschermen van tv-beelden. Ze kunnen vrijwel niets begrijpen van wat ze zien, en het kan ze alleen maar angstig maken. Zelfs een 4-jarige moet je niet meer vertellen dan nodig is.

Kleutertijd (4-6)
Kleuters denken nog heel egocentrisch: als mama huilt, of in paniek is, of bezorgd is, dan denken ze dat dat met henzelf te maken heeft. Probeer dus te voorkomen dat je kleuter geconfronteerd wordt met je eigen emoties, waarvan hij de achtergrond niet kan begrijpen.

Een kleuter begrijpt nog niet dat als er bommen ontploffen in Brussel, dat die bommen daar ontploffen en niet hier. Ook dát is een gevolg van het egocentrisch denken. Stel hem dus gerust dat de bommen ergens anders ontploft zijn.

Probeer alle dingen in ieder geval zoveel mogelijk te blijven doen zoals je dat gewend was. Kijk het journaal eventueel achteraf, via Uitzending Gemist, als je bij wilt blijven, maar stel de bedtijd niet uit en sla de dagelijkse bed-rituelen niet over. Zo maak je duidelijk dat kinderen zich in het gezin veilig kunnen voelen.

Basisschoolleeftijd onderbouw (6-10)
Oudere kinderen, die op school met elkaar praten, kunnen thuiskomen met gruwelverhalen. Probeer een beetje in de gaten te houden welke denkbeelden zich ontwikkelen bij je kind. Breng zo nodig nuancering aan.

Bedenk dat kinderen van 6 en 7 nog in Sinterklaas geloven. Bij hen kun je dus gewoon jokken dat ze niet bang hoeven te zijn dat die aanslagen híer zullen gebeuren. ("De regering heeft allemaal beveiligingsmaatregelen getroffen", etc.)

Wanneer ze wat ouder zijn, grofweg als ze niet meer in Sinterklaas geloven, kun je al wat eerlijker zijn, en beetje voor beetje de achtergrond toelichten.

Belangrijk op deze leeftijd is vooral dat je als ouders voorkomt dat ze gaan geloven in de indianenverhalen die ze van het schoolplein meenemen.

Basisschoolleeftijd bovenbouw (10-12)
Kinderen van een jaar of 10 kunnen zich onveilig voelen doordat ze al veel begrijpen. Ze stellen vragen en willen bijvoorbeeld alles weten over de betekenis van terrorisme. Op deze leeftijd kunnen ze bevatten wat de gevolgen daarvan zijn voor burgers. Ook zullen ze vragen hebben over de rol van de islam.

Deze kinderen hebben een grote informatiebehoefte, en kunnen veel van wat ze zien en horen, interpreteren en verwerken. Toch is het belangrijk om ook hen gerust te stellen en in alles wat je doet uit te stralen dat ze zich veilig kunnen voelen.

Puberleeftijd (12-16)
Pubers kunnen heel verschillend reageren. De emotionele instabiliteit kan naar aanleiding van de recente ontwikkelingen ertoe leiden dat ze zich echt angstig gaan voelen.

Juist wanneer een puber hevig geëmotioneerd reageert, is het belangrijk om te laten weten dat hij of zij ondanks alles deel uitmaakt van het gezin en dat de ouders – hoe moeilijk de tijden in huis én daarbuiten soms ook kunnen zijn – altijd voor hen klaar zullen staan.

Tip voor docenten: zie 7 tips om met je leerlingen over 'Brussel' te praten op de site van Kennisnet.