2 september 2013 door Nanny Gortzak

Babyvoeding (4) - Noodzakelijke voedingsstoffen

Basisinformatie over babyvoeding. Deel 4: noodzakelijke voedingsstoffen. Over de belangrijkste stoffen die een baby nodig heeft.

Hieronder geven we een overzicht van de belangrijkste stoffen die een baby nodig heeft, onafhankelijk van de manier waarop die stoffen naar binnen komen (via moedermelk of poedermelk).

Eiwitten

Eiwitten zijn belangrijk omdat ze dienen als bouwstof voor alle weefsels. Daarnaast zijn ze betrokken bij de afweer tegen ziekten, en kunnen ze dienen als energiebron.

De behoefte aan eiwit verandert naarmate de baby langzamer groeit. Moedermelk past zich aan die veranderende behoefe aan. Daarmee wordt voorkomen dat met de introductie van vast voedsel de nieren overbelast raken door te veel eiwit. Borstmelk blijft daarom ook na zes maanden de beste basis voor melk-voeding.

Poedermelk heeft een andere eiwit-samenstelling dan moedermelk. Ook is de hoeveelheid eiwit groter, omdat de vertering niet zo efficiënt is als bij moedermelk. Dit heeft tot gevolg dat per zelfde hoeveelheid gedronken melk, de belasting van poedermelk op de nieren hoger is dan die van moedermelk. Vandaar dat er een maximum geldt voor de hoeveelheid poedermelk die een baby mag drinken per dag. Het consultatiebureau kan helpen te bepalen hoeveel poedermelk uw baby nodig heeft en maximaal mag drinken.

Moedermelk heeft deze beperking niet: een baby mag onbeperkt moedermelk drinken bij honger of dorst.

Voor de vaste voeding van de baby kan aan eiwitbronnen gedacht worden als vlees, vis en kip. Maar ook combinaties van granen en peulvruchten zijn goede eiwit-leveranciers. De eerste weken dat de baby voorzichtig met vaste hapjes begint, voorziet de melkvoeding nog in de eiwitbehoefte.

Vetten

Vetten leveren energie: maar liefst 35 tot 50% van de hoeveelheid energie die zuigelingen nodig hebben, halen ze uit vetten. Daarnaast zijn vetten, in het bijzonder vetzuren, belangrijk voor het in stand houden van de celstructuur. Zuigelingen hebben in het eerste jaar ontzettend veel vetten nodig voor de snelle groei.

Het soort vetten in moedermelk verschilt van het soort vetten in poedermelk. Moedermelk bevat veel lange-keten-vetzuren, die onverzadigd zijn. Dat is gezond. Bij poedermelk is de samenstelling van vetzuren afhankelijk van wat de fabrikant erin stopt. Meestal worden er in poedermelk plantaardige vetten gebruikt. Dat is ook gezond.

Om aan zelfgemaakte hapjes voor de baby meer energie te geven, kan er wat plantaardige olie worden toegevoegd. Bijvoorbeeld: zonnenbloem-olie of olijfolie.

Koolhydraten

In moedermelk zitten verschillende soorten koolhydraten, in de vorm van suikers. De belangrijkste suiker in moedermelk is lactose (melksuiker).

Lactose is belangrijk bij de ontwikkeling van de hersenen. Daarnaast zorgt lactose ervoor dat calcium beter wordt opgenomen. Het heeft een bacterie-remmende eigenschap en stimuleert de ontwikkeling van melkzuur-bacterieën in de darmen.

In poedermelk zit een mengsel van verschillende soorten suikers, waaronder lactose. Er is echter ook poedermelk te koop zonder lactose.
Lactose levert ongeveer 40% van de hoeveelheid energie die een kleine baby nodig heeft.

Vitaminen

De ideeën over de behoefte aan vitaminen worden af en toe bijgesteld aan de hand van nieuwe onderzoeken. Zo is bijvoorbeeld de laatste decennia de aanbevolen hoeveelheid vitamine C omhooggegaan, naarmate er meer bekend is geworden over de functie van deze vitamine.

Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste vitaminen: C, A, D, K, E en foliumzuur.

Vitamine C is onder andere nodig voor de vorming van collageen (in bindweefsel), het bevordert de opname van ijzer uit plantaardig voedsel, en het heeft een ontgiftende werking op bepaalde giftige stoffen.

Vitamine C is oplosbaar in water. Daardoor kan een teveel aan deze vitamine door de nieren verwerkt en uitgescheiden worden. Maar let op: bij baby's werken de nieren nog niet optimaal en kan een teveel aan vitamine C een grote belasting zijn.

Goede bronnen voor vitamine C zijn groenten en fruit.

Vitamine A is betrokken bij het gezichtsvermogen, met name voor de vorming van de 'staafjes' (kijken in het donker). Darnaast is vitamine A belangrijk voor een goede vorming van de huidcellen.

Vitamine A zit in melk, boter, kaas, eieren en vette vis. Daarnaast bevatten groene groenten en rood en geel fruit caroteen, dat door het lichaam omgezet kan worden in vitamine A.

Te veel vitamine A kan schadelijk zijn. In Nederland wordt tegenwoordig geen vitamine A-druppels aan zuigelingen meer voorgeschreven. De hoeveelheid in moedermelk voldoet prima.

Vitamine D is onder andere nodig voor de opname van calcium (kalk) en dus voor een goede botopbouw. Tijdens sterke groei is veel vitamine D nodig.

Vitamine D wordt in de huid gevormd door zonlicht. De behoefte aan deze vitamine hangt af van de huidskleur, de klimaatzone en de hoeveelheid tijd die je buiten doorbrengt. Wanneer kinderen macrobiotisch of veganistisch gevoed worden, en ze daarnaast ook weinig buiten komen, dan is er een kans dat ze vitamine D tekorten krijgen.

Moedermelk bevat kleine hoeveelheden vitamine D, die in combinatie met een paar minuten zonlicht per dag voldoende zijn om de benodigde hoeveelheid te dekken. Toch wordt in Nederland aangeraden om borstgevoede kinderen ook vitamine D-druppels te geven.

Vitamine K is onder andere nodig voor de bloedstolling. Deze vitamine wordt aangemaakt in de darm, door de daar aanwezige bacteriën. Omdat deze bacteriën direct na de geboorte nog niet aanwezig zijn, is de kans op bloedingen vergroot.

Een zuigeling krijgt direct na de geboorte extra vitamine K toegediend. In de eerste weken wordt aan borstgevoede kinderen vitamine K voorgeschreven.

Moedermelk bevat wel vitamine K; vooral in de eerste melk, de colostrum.

Vitamine E is onder andere nodig voor een goede verwerking van onverzadigde vetzuren. Het beschermt de celmembraan tegen schadelijke invloeden door zuurstof.

Plantaardige olie bevat veel onverzadigde vetzuren: hoe meer men hiervan nuttigt, hoe groter de behoefte aan vitamine E.

Voor baby's is de hoeveelheid vitamine E die zij krijgen via moedermelk voldoende. Ook aan poedermelk is voldoende vitamine E toegevoegd. Een tekort aan vitamine E zal niet gauw optreden, omdat het in veel voedingsmiddelen aanwezig is.

Foliumzuur is belangrijk om bloedarmoede te voorkomen en is betrokken bij cel-deling en cel-opbouw.

Foliumzuur zit onder anderen in groenten, lever, en sinaasappelen.

Tijdens de zwangerschap is er een grotere behoefte aan foliumzuur. Tegenwoordig raadt men vrouwen aan om dagelijks extra foliumzuur in te nemen als zij weten dat ze zwanger willen worden, en dit gedurende de eerste drie maanden van de zwangerschap te blijven doen. Op deze manier wordt de kans op een baby met een neuraalbuis-defect (open ruggetje) verkleind.

Mineralen

De belangrijkste mineralen in de voeding zijn: natrium, kalium, magnesium, calcium, ijzer, zink, koper, jodium en fluor.

Hieronder volgt een overzicht.

Natrium is nodig voor het vocht-evenwicht in het lichaam, en voor de zuurhuishouding van het bloed.

Een zuigeling heeft niet veel natrium nodig. In moedermelk zit heel weinig natrium. Extra natrium is een te grote belasting voor het spijsverteringssysteem van een baby. Geen extra zout toevoegen dus.

Kalium is nodig voor het functioneren van organen, voor het zenuwstelsel, en voor soepel spierweefsel.

Toevoeging van kalium is in normale gevallen nooit nodig. Kalium zit in melk, vlees, aardappelen en de meeste groenten. Een teveel aan kalium wordt makkelijk uitgescheiden met de urine.

Magnesium is nodig voor de botten, voor de spieren en voor de zuurhuishouding van het bloed.

Tijdens de groei is de behoefte aan magnesium groot. In moedermelk zit veel meer magnesium dan in gewone koemelk; in poedermelk is de hoeveelheid dan ook aangepast.

Calcium is belangrijk voor onder andere: de botten, het zenuwstelsel, de spieren, en de bloedstolling. De opname van calcium wordt bevorderd door vitamine D.

Als het kind ouder wordt, neemt het groeitempo af. Dan neemt ook de behoefte van calcium af. Calcium zit in melk, melkprodukten, sesamzaad en sommige groenten (vooral koolrabi, waterkers, raapstelen en brandnetels).

IJzer is nodig ter voorkoming van bloedarmoede. In de eerste zes maanden is het eigenlijk niet nodig om een gezond, op tijd geboren borstgevoed kind extra ijzer te geven. Er zit dan wel niet zo veel ijzer in moedermelk, maar ijzer uit moedermelk wordt beter opgenomen dan ijzer uit poedermelk. Bovendien hebben zuigelingen een voldoende voorraad ijzer meegekregen van de moeder.

Toediening van extra ijzer kan ongunstig zijn voor de ontwikkeling van de darmflora. In poedermelk is ijzer toegevoegd, en in opvolgmelk (die na zes maanden gegeven kan worden), zit extra ijzer.

IJzer uit dierlijk voedsel wordt beter opgenomen dan ijzer uit plantaardig voedsel. De opname van ijzer uit bijvoeding of poedermelk wordt bevorderd door foliumzuur en vitamine C. Wanneer met bijvoeding gestart wordt, kan gekozen worden voor voeding die veel ijzer bevat, om bloedarmoede te voorkomen.

Zink is heel belangrijk, onder andere voor gezond weefsel, de genezing van wonden, de stofwisseling van eiwitten, een goede groei, het functioneren van de prostaat en de ontwikkeling van de voortplantingsorganen.

Moedermelk bevat vrij veel zink. Vooral in het begin; daarna neemt het langzaam af. Veel voedsel bevat zink; vooral appels.

Koper is nodig voor de gezondheid van alle lichaamscellen.

In moedermelk zit vrij veel koper. De hoeveelheid koper in volledige zuigelingenvoeding is daarop afgestemd. Koper zit in dierlijk voedsel (vooral lever) en in veel groenten. Vooral in champignons, boerenkool, aardappelen en asperges. Maar ook in zwarte en rode bessen.

Jodium is nodig voor het functioneren van de schildklier.

Het jodiumgehalte in moedermelk wisselt sterk, omdat het erg afhangt van wat de moeder eet. In gewone koemelk zit over het algemeen meer jodium; in zuigelingenvoeding is de hoeveelheid verminderd. Er zit veel jodium in zeevis. Jodium is toegevoegd aan bakkerszout.

Fluor is nodig voor het gebit.

Op dit moment wordt er in Nederland geen extra fluor gegeven wanneer er gepoetst wordt met een peutertandpasta met een aangepaste hoeveelheid fluoride.

Te veel fluor is schadelijk: het kan bijvoorbeeld leiden tot verkleuringen van het permanente gebit en aantasting van het glazuur.

Onze voeding bevat wel fluor, maar weinig. Er zit redelijk veel fluor in thee en zeevis.