28 februari 2022 door Henk Boeke

Alles over leren lopen

Na het kruipen is het tijd voor de volgende stap: alles over het leren lopen van je baby. Wat is vroeg en wat is laat? Wanneer moet je je zorgen gaan maken en wat is er mis met loopstoeltjes? 

Je zou ze de kost moeten geven, al die mensen die op de eerste verjaardag van hun kind of kleinkind de camera in stelling brengen om de eerste stapjes vast te leggen. Vervolgens praat iedereen er luchtig overheen als het wonder zich niet voltrekt, maar stiekem verbijten ze zich. Misschien maken ze zich zelfs wel zorgen. Met 1 jaar lopen en met 2 jaar praten was toch zoiets als een vuistregel? Nee hoor, helemaal niet. De eerste stapjes worden gemiddeld pas gezet bij 13 maanden (eigen onderzoek Ouders Online). Sommige kinderen zijn er al eerder bij, bijvoorbeeld met 6 of 9 maanden, maar het kan ook een stuk later zijn. Zelfs de tweede helft van het tweede levensjaar komt nog veel voor. Echt loslopen kunnen kinderen gemiddeld rond de 14 maanden, met een grote spreiding (10-18 maanden of soms nog later).

Wanneer gaat mijn baby leren lopen?

Het moment waarop een kind begint te lopen, wordt bepaald door een duizelingwekkend aantal factoren. Laat beginnen met lopen kan bijvoorbeeld samenhangen met:

  • de (genetische) aanleg – laat gaan lopen kan 'in de familie zitten';
  • de mate van zelfvertrouwen van het kind;
  • de bouw van het lijf – een pezig gespierd type zal eerder gaan lopen dan een rond tonnetje;
  • de bouw van de benen – lang en dun loopt lastiger voor een beginnende loper dan korte beentjes;
  • het plezier waarmee het kind kruipt – hoe leuker ze dat vinden en hoe beter dat gaat, hoe minder reden er is om te gaan lopen;
  • de lichamelijke conditie – de eerste stapjes kunnen vertraging oplopen door oorontstekingen of andere ziektes die veel energie kosten om van te herstellen.

De overeenkomst tussen de bovengenoemde factoren is dat je er als ouders weinig of geen invloed op hebt, met uitzondering van – misschien – het zelfvertrouwen. Hoe minder een kind geprezen wordt voor zijn prestaties, hoe geringer zijn zelfvertrouwen. Onzekerheid of een gebrek aan zelfvertrouwen kan echter ook voortkomen uit een toevallige ervaring van het kind, zoals een gemene val. Andere oorzaken voor laat gaan lopen, waar de rol van de ouders iets duidelijker is, kunnen zijn:

  • een saaie, niet uitdagende omgeving;
  • veel tijd doorbrengen in een box met zijkanten van fijnmazig gaas, waar het kind zich niet aan kan optrekken;
  • altijd maar vastgesnoerd zitten in een wandelwagentje, zonder mogelijkheden om zelf te experimenteren;
  • het gebruik van een loopstoeltje (waarover straks meer).

Al met al kan het soms wel tot de tweede helft van het tweede levensjaar duren (dus ná 18 maanden) voor een kind gaat lopen, maar als er na 16 maanden nog niets te zien valt, is het toch wel zaak om er eens over te praten met de huisarts of een CB-arts om medische oorzaken uit te sluiten.

Vroeg beginnen met lopen

Minstens zo zorgelijk vinden veel ouders het wanneer hun kind juist te vroeg lijkt te zijn met zitten, staan of lopen. En zijn het niet de ouders zelf die zich zorgen maken, dan zijn het wel de grootouders die gaan waarschuwen voor kromme benen, vroegtijdig versleten heupen, brakke ruggetjes of scheefgezakte enkels. Is het werkelijk zo erg als iedereen zegt? Nee hoor. Kinderen kunnen prima zelf aangeven waar ze aan toe zijn, zo klein als ze zijn, en daar kun je altijd in meegaan. Doe het alleen niet te vaak en vooral niet te langdurig.

Hoe leer je een baby lopen?

Lopen leer je letterlijk met vallen en opstaan. Vooral door vallen eigenlijk. Belangrijk is dat je je als ouders voortdurend moet blijven realiseren dat dat gestruikel en gestuntel er echt bij hoort, inclusief de builen en de blauwe plekken. Het is gewoon een leerproces, net als leren praten en leren rekenen, waar je in het begin óók fouten bij maakt. Alleen voel je die lichamelijk wat minder. Ook wat het vallen betreft zijn er grote verschillen tussen kinderen. De een schrikt zich lam en weigert daarna een paar dagen te lopen, terwijl de ander nauwelijks angst lijkt te kennen en rustig doorgaat met het verkennen van zijn grenzen (en die van u). Doe geen moeite om dit leerproces te stoppen. Geef uw kind gelegenheid om zelf te leren wat er mis kan gaan en treed niet ál te beschermend op. Ga bijvoorbeeld niet alle scherpe hoeken voorzien van schuimrubberen stootkussens, en verbied uw kind niet om onder een tafel door te lopen, ook al kan hij daarbij flink zijn kop stoten. Natuurlijk is het wél verstandig om te voorkomen dat er serieuze ongelukken gebeuren. Blijf dus voortdurend in de buurt en wees vooral alert bij glazen salontafeltjes, etc.

O-benen, X-benen en struikelen

Struikelen bij het leren lopen is normaal. Het is en blijft een leerproces met alle fouten van dien. Sommige ouders maken zich echter zorgen dat het struikelen veroorzaakt wordt door een verkeerde stand van de benen. Onze kinderarts Diederik Bosman legt uit dat kromme benen normaal zijn:

"Als kinderen geboren worden, en vooral als ze gaan lopen, zie je meestal eerst O-benen (genu varum). Vanaf een jaar of 2 à 3 gaat dit over in X-benen, wat tot een leeftijd van 6 à 7 duurt. Daarna strekken de benen zich weer meer. Dit is de normale ontwikkeling van benen. Het hebben van X-benen (genu valgum) betekent dat de knieën een afwijking naar binnen hebben en dat daardoor het onderbeen iets naar buiten knikt. Op de leeftijd van 3½ jaar is dit fysiologisch en niet pathologisch, oftewel: een normaal onderdeel van de lichaamsbouw en geen ziekte of afwijking. Natuurlijk zijn er ook afwijkingen, maar die zijn zeldzaam. Er is bijvoorbeeld sprake van een afwijking als de O- of X-vorm zó sterk is, dat een kind bijvoorbeeld niet kan leren lopen, of pijn bij het lopen heeft. In dat geval is het goed om naar een dokter (huisarts, CB-arts of orthopeed) te gaan, om verdere afwijkingen uit te sluiten en zonodig te laten behandelen."

Als het struikelen voort blijft duren als het kind ouder wordt, bijvoorbeeld als het kind nog steeds veel struikelt als het al een jaar of 4 is, dan is dat natuurlijk ook een reden om er eens over te praten met een arts. 

De eerlijkheid gebiedt overigens te zeggen dat veel struikelen op jonge leeftijd (bij het leren lopen) ook wel eens een medische oorzaak kan hebben, zoals heupdysplasie.

Heupdysplasie en andere heupproblemen

Heupdysplasie is een aangeboren afwijking waarbij de heupkom niet goed ontwikkeld is, met als gevolg dat de kop van het been niet goed in de kom van de heup ligt. Het lopen wordt daardoor bemoeilijkt. Zoals gezegd gaat het om een aangeboren afwijking. Een kind kan dus geen heupdysplasie ontwikkelen door te vroeg lopen of verkeerd lopen. Wel is het zo dat een heupdysplasie vaker voorkomt bij kinderen die geboren zijn vanuit een stuitligging. Vandaar dat deze kinderen met 3 maanden standaard gecontroleerd worden (met een echografie van de heupen). De behandeling van heupdysplasie bestaat doorgaans uit het dragen van een spreidbroek gedurende 3 maanden, zodat de heupkom de kans krijgt om zich optimaal te ontwikkelen. Voor meer informatie, zie:

Let op: soms kunnen kinderen (2-7 jaar) pijn krijgen in de heup en daardoor moeilijk gaan lopen. Er kan dan sprake zijn van een virus-infectie – in de heup zelf of elders in het lichaam – waardoor er vocht in de heup komt. We noemen dat coxitis fugax. Dit is niet erg en meestal gaat het vanzelf weer over. Alleen in ernstige gevallen wordt het been 'in tractie' gezet (omhoog, met gewichten eraan). Voor meer informatie, zie:

Loopstoeltjes en andere hulpmiddelen

Een loopstoeltje is een stoeltje op wieltjes, waarmee een dreumes die nog niet zelfstandig kan lopen, zich toch snel door de kamer kan bewegen. Kinderen vinden zo'n ding vaak geweldig, onder andere omdat daarmee ineens veel meer onder handbereik komt. En als ze er handigheid in krijgen, wordt het al snel een lekkere cross-partij. Ook ouders vinden loopstoeltjes prettig, omdat kinderen zich er zelfstandig mee kunnen vermaken. Onze kinderarts Lissy de Ridder is echter niet enthousiast:

"Met een loopstoeltje leert het kind zich een verkeerde looptechniek aan. De beenspieren die zorgen voor het strekken van de voet, ontwikkelen zich sneller dan de spieren die de buiging verzorgen. Hierdoor gaat het kind op de tenen lopen, wat weer afgeleerd moet worden als het zelfstandig gaat lopen."

Eigenlijk raden we het gebruik van een loopstoeltje dus af. En áls je het gebruikt, gebruik het dan met mate. Naast het loopstoeltje zijn er nog allerlei andere hulpmiddelen die bedoeld zijn om kinderen te helpen bij het (leren) lopen – en gewoon voor de fun – zoals een loopwagen, een blokkenkar en de loopfiets (als driewieler). We zijn nog geen kinderarts tegengekomen die hier moeilijk over deed.

Op de tenen lopen

Op de tenen lopen kan dus veroorzaakt worden door een loopstoeltje. Maar ook zonder loopstoeltje kunnen sommige kinderen op hun tenen gaan lopen. Is dat normaal of niet? Onze kinderarts Taco Kuipers zegt daarover:

"Op zich hoeft het op de tenen lopen helemaal niet afwijkend te zijn. Van belang is wel de voorgeschiedenis van het kind. Als een kind altijd goed gezond is geweest en hij zijn voeten zelf (of met hulp) ook helemaal plat op de grond kan zetten, zou ik me niet zo'n zorgen maken. Vaak verdwijnt het op de tenen lopen voor het 3e jaar vanzelf, zodra de behendigheid van lopen en rennen verbetert. Soms kan het wel nuttig zijn om via het consultatiebureau of de huisarts te informeren naar fysiotherapie. Maar als een kind te vroeg (prematuur) of na een zeer moeilijke bevalling geboren is, kan lopen op de tenen ook wijzen op enige schade aan de hersenen. Daarnaast kunnen zeldzame spieraandoeningen, aangeboren beenlengte-verschillen of korte achilles-pezen tot een 'tenen-gang' leiden. Bij de controles op het consultatiebureau en op de couveuze-nazorg is men overigens erg gespitst op dit soort dingen. Dus als men er nooit wat van gezegd heeft, hoef je je daar in principe geen zorgen over te maken. Het kan echter geen kwaad om er voor de zekerheid nog wel even naar te vragen."

Blote voeten op een koude vloer

Medisch gezien is het niet bezwaarlijk om op blote voeten te lopen, maar onbeschermde voeten zijn natuurlijk wel kwetsbaarder voor scherpe dingen. Denk bijvoorbeeld aan verdwaalde glasscherfjes, spelden en punaises. Ook een verkoudheid is geen reden om schoenen aan te doen, mits uw kind het zelf natuurlijk niet te koud vindt. In het verleden werd wel eens gezegd dat je van blote voeten op een koude vloer een blaasontsteking zou krijgen, maar we kennen geen wetenschappelijk onderzoek dat die volkswijsheid bevestigt.

Tips en adviezen

  • kijk goed naar uw kind en sluit aan bij wat het zelf aangeeft. Wil het lopen, laat het dan lopen. Wil het dat niet, ga dan niet dwingen;
  • geef uw kind voldoende gelegenheid (tijd en ruimte) om zich te kunnen optrekken, te gaan staan, en stapjes te oefenen;
  • stop met het loopstoeltje, als u dat gebruikt;
  • vermijd gladde vloeren en kleedjes waarover uw kind kan struikelen;
  • stevige meubelen die dicht bij elkaar staan, zijn ideaal. Zo kan uw kind lekker van meubel naar meubel struikelen;
  • leren lopen gaat het beste op blote voetjes, omdat kinderen hun tenen gebruiken om zich vast te grijpen. Sokken zijn te glad en schoenen zijn te stijf;
  • schoenen zijn pas nodig als uw kind stapjes buiten de deur gaat zetten. Binnenshuis kunnen noppensokken handig zijn;
  • zorg dat je goede schoenen koopt die passen bij de leeftijd en ontwikkeling van je kind, je leest er hier meer over.
  • blijf er voortdurend bij, prijs uw kind de hemel in bij elke geslaagde stap, en straal voortdurend rust en vertrouwen uit. Ook als uw kind valt. Roep vrolijk "Boem" en ga weer door.