Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
12 november 2010 door Nadia Eversteijn
Ik ben Turks en mijn man is Portugees. We zijn al 10 jaar samen. Tot de geboorte van ons dochtertje hebben we geen problemen gehad met elkaars achtergrond. Maar vanaf dat moment wel. Mijn man heeft problemen met de Turkse taal en cultuur.
Volgens mijn man heeft hij een afkeer voor de Turkse taal en cultuur doordat Turken, inclusief mijn familie, in zijn nabijheid constant Turks praten.
Zijn familie praat weinig Nederlands, en onder elkaar praten ze Portugees. Dat vind ik dus doodgewoon. Maar z¡j kunnen niet anders, terwijl m¡jn familie wel Nederlands kan praten, dus dan moeten ze dat ook doen in zijn nabijheid, vindt hij. Dat gebeurt ook vaak genoeg, maar bij bepaalde onderwerpen ga je toch automatisch over naar je moedertaal, terwijl je het niet eens door hebt.
Mijn familie spreekt Turks, ook als het gaat over zijn dochter in zijn nabijheid. Dat is de grootste ergernis van hem. Volgens hem accepteren ze niet dat onze dochter niet 100% Turks is.
Ik vind het geweldig om onze dochter drietalig op te voeden. Ik vraag hem ook Portugees tegen haar te praten. En elke keer als hij dat doet, vraag ik hem wat dat betekent, De volgende keer gebruik ik dat woord ook, zo leer ik ook Portugees (een van de grootste wensen van hem).
Maar andersom, daar is geen denken aan. Hij gaat geen Turks leren want hij is slecht in talen en "wij zijn anders". Mijn hele familie (behalve mijn moeder) spreekt Nederlands, en zijn familie spreekt weinig of geen Nederlands. Mijn schoonouders spreken het Nederlands maar matig.
Met de geboorte van onze dochter (nu 7 maanden) is mijn man bijna hysterisch over de Turkse taal en hij maakt mij ook hysterisch. Ik praat de hele dag Nederlands tegen onze dochter want mijn man is heel erg bang dat zij Turks als eerste taal gaat leren, waardoor ze hem in het begin dus niet zou verstaan. Af en toe zeg ik iets in het Turks en bijna iedere keer zegt hij dan: "Gadver, wat een lelijk woord". Een tijdje heb ik Turks gefluisterd naar onze dochter om ruzie te voorkomen.
Ik maak me heel veel zorgen over onze dochter. Nu snapt ze het allemaal nog niet, maar wat doe ik straks, als hij weer "Gadver, wat een lelijk woord" zegt? Ik zeg constant tegen hem om dat af te leren. Maar ik geloof niet dat hij gaat veranderen.
Hoe kan ik onze dochter dit allemaal besparen? Hoe bescherm ik haar? Ik wil dat ze goed Nederlands, Turks en Portugees leert. Maakt niet uit in welke volgorde. Wat voor afspraken kunnen we maken?
Uw dochter is dus een Nederlands-Portugees-Turks kind. Ik noem die drie in alfabetische volgorde, maar de volgorde waarin je ze zet doet er natuurlijk niet toe. Deze drie talen, en de bijbehorende culturen, zijn allemaal onmisbaar voor uw kind, en daardoor allemaal even belangrijk voor haar identiteit en ontwikkeling. Als één van de drie weg zou vallen, kan ze niet meer écht communiceren met alle mensen die belangrijk voor haar zijn.
Over de manier waarop u hierover kunt praten met uw man, en hoe u uw dochter kunt beschermen tegen zijn vooroordelen, kan ik helaas niets zeggen. Ik ben immers taalkundige en geen hulpverlener. Maar wat ik wel kan doen, is de vooroordelen ontzenuwen. Doe er uw voordeel mee!
Een 'probleem' dat vaak terugkeert in deze Vraagbaak-rubriek, is dat vaders (altijd vaders dus) vinden dat zij niet in staat zijn om de taal van hun partner te leren, omdat ze denken dat ze slecht zijn in het leren van talen. Zie onder andere: Hoe voorkom ik dat ik mij buitengesloten voel?
Dat zelfbeeld is waarschijnlijk op de middelbare school ontstaan, waar ze destijds misschien onvoldoendes haalden voor Frans, Duits of Engels. Maar: het talenonderwijs op de middelbare school heet niet voor niets vreemde-talenonderwijs. 'Vreemd' in de betekenis van: 'een taal uit een ander land, die je niet in je eigen directe omgeving hoort' (met uitzondering van het Engels van de tv dan).
Tegenwoordig gaat het een beetje anders, maar toen de vaders-van-nu nog tieners waren, zag het vreemde-talenonderwijs er als volgt uit. Je las een tekstje en leerde een rijtje woordjes uit het ene boek, je leerde grammaticaregels uit een ander boek, en dan moesten die twee aparte onderdelen ergens in je hoofd maar gemixt worden tot 'echte taalvaardigheid'.
Dat werkte lang niet bij iedereen. Alleen degenen met – inderdaad – een talenknobbel, en de geluksvogels die nog op andere manieren contact hadden met de taal (bijvoorbeeld omdat ze Frans hoorden tijdens hun zomervakantie), leerden de taal ook echt verstaan en spreken.
Gelukkig is het leren van een vreemde taal uit boeken iets volstrekt anders dan het spontaan verwerven van een taal die in je omgeving wordt gesproken. Voor dat laatste heb je helemaal geen speciaal talent nodig. Het gaat immers niet om droge lesstof die je tot je moet nemen, maar om zinnetjes die direct van toepassing zijn op de realiteit, hier en nu. Het enige wat er nodig is om een taal op die manier spontaan op te pikken uit je omgeving, is interesse, en een beetje hulp van de mensen om je heen.
Objectief gezien is er natuurlijk geen enkele reden waarom de ene taal mooier zou zijn dan de andere. Taalkundig gezien zijn alle talen volstrekt gelijkwaardig, of het nu om een officiële landstaal gaat, of om het dialect van een afgelegen streek. (Officiële landstalen zijn trouwens óók dialecten, maar dan toevallig de dialecten van degenen met de meeste economische macht. Maar dit terzijde.)
Zelfs wanneer je accepteert dat mensen nu eenmaal hun eigen – subjectieve – voorkeuren hebben voor talen, blijkt dat die voorkeuren niet simpelweg een kwestie zijn van 'smaken verschillen'. Het is namelijk zo dat we ons beeld van het gebied waar de taal gesproken wordt, en ons beeld van de sprekers, projecteren op de taal zelf.
Nogal wiedes dus, dat veel Nederlanders lyrisch beweren dat het Frans of het Italiaans zulke práààchtige talen zijn. Meestal hebben ze dan goede herinneringen aan vakanties met veel zon, lekker eten, en eventueel een romantische vakantieliefde.
Ook de status van de sprekers spreekt een rol. Zo zul je mensen niet snel horen beweren dat ze de typische 'Kinderen voor kinderen'-R, ook wel Gooise-R of 'Sacha de Boer'-R genoemd, lelijk vinden. Dat komt doordat die klank geassocieerd wordt met het rijke Gooi en die knappe journaal-lezeres.
Ook als je in Nederland woont, zijn er talloze redenen om af en toe een andere taal te spreken dan het Nederlands. Dat geldt ook voor tweetalige mensen die het Nederlands best goed beheersen, en zelfs voor tweetalige mensen die het Nederlands vloeiend beheersen.
Bij die laatste groep heb ik uitvoerig onderzoek gedaan. Ik heb 50 jongeren gesproken, die 'gebalanceerd tweetalig' waren in het Turks en het Nederlands (dus dat ze beide talen even goed spraken). Hun ouders waren allemaal geboren in Turkije, zijzelf in Nederland. Allemaal konden ze zich moeiteloos uitdrukken in het Nederlands, als ze in gesprek waren met autochtone Nederlanders. (Net als u trouwens, met uw in perfect Nederlands geformuleerde vraag.)
De meesten van hen konden zich ook redelijk goed in het Turks uitdrukken als dat nodig was, bijvoorbeeld bij grootouders in Turkije. Maar zodra ze in gezelschap waren van andere tweetalige Turkse Nederlanders, spraken ze allemaal twee talen door elkaar!
Dat komt doordat taal en cultuur onlosmakelijk met elkaar verbonden zijn. Iemand die meertalig is opgegroeid, is ook een kind van meerdere culturen. En om al zijn gevoelens, gedachten en ervaringen uit te drukken, heeft een kind van meer culturen meer talen nodig. Want woorden in taal A hebben vaak een iets andere betekenis dan in taal B, of in ieder geval een andere hoofdbetekenis.
Het Nederlandse woord 'brood' bijvoorbeeld, zal in eerste instantie het beeld oproepen van een bruin volkoren gesneden. En pas in tweede instantie het beeld van een brood zoals dat in het land van herkomst wordt gebakken. Daarnaast hebben woorden een andere gevoelswaarde. Het Nederlandse woord 'oma' zal eerder gekoppeld worden aan grootmoeders in het algemeen, terwijl het woord in de moedertaal meteen doet denken aan een specifiek persoon, namelijk de eigen grootmoeder.
Het wisselen tussen talen kan dus gebeuren om precies aan te duiden wat je bedoelt, om het juiste gevoel over te brengen, maar ook bijvoorbeeld om te relativeren of een grapje te maken. Zowel de meertalige spreker als de meertalige luisteraars begrijpen dat, maar het gebeurt grotendeels onbewust. Het gebeurt echt bijna nooit om anderen moedwillig buiten te sluiten.
Heel vaak grijpen mensen onbewust terug op hun moedertaal, als ze spreken met kleine kinderen. Beslist niet om anderen uit te sluiten, maar eerder omdat ze de gevoelens die het kleintje bij hen oproept (zoals trots en vertedering) het beste in die taal kunnen uitdrukken. En waarschijnlijk ook vanwege de herinnering aan hun eigen kindertijd.
Zoals gezegd is een drietalige opvoeding voor uw dochter de beste optie, omdat ze dan volwaardig mee kan doen op alle belangrijke terreinen in haar leven. Zoals: op de peuterspeelzaal, in de kleuterklas, in de winkel, bij vriendjes en vriendinnetjes, en natuurlijk ook bij haar familie van vaders- én moederskant.
Het meest voor de hand ligt dan de volgende aanpak:
U hoeft niet bang te zijn dat ze aanvankelijk maar één taal zal gaan spreken. Zodra ze haar eerste woordjes gaat zeggen, zullen dat woordjes uit alle drie de talen zijn. Sommige dingen zal ze al snel in meer dan één taal kunnen benoemen. Al heel vroeg weten kinderen dan ook welk woord bij welke persoon hoort. Voor andere dingen zal ze in het begin nog maar één naam kennen. Haar woordenschat in alle drie de talen zal zich echter vanzelf uitbreiden, als ze er maar voldoende aanbod in krijgt.
Ik wens u drieën heel veel succes!
is socio-linguïst en gespecialiseerd in meertaligheid in het algemeen en de combinatie Turks-Nederlands in het bijzonder, werkzaam als onderzoeker bij de Universiteit van Tilburg.