Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
29 oktober 2004 door Annelou de Vries
Onze zoon van 12 heeft vanaf zijn 4e last van tics: knipperen met de ogen, spelen met spuug, gewrichten knakken, keelschrapen, lucht happen, nagelriemvelletjes bijten en neusoptrekken. Soms enkele tics, soms van alles veel en voortdurend, zodat het de omgeving irriteert.
Soms kan hij het op school aardig rustig houden, maar sinds hij op de middelbare school zit, lijkt het erger te worden en wordt hij ermee gepest.
Is er iets wat die tics kan onderdrukken?
Als een kind echt last heeft van zijn tics (en daar lijkt het bij uw zoon nu op), én als een deskundige heeft vastgesteld dat het om een tic-stoornis gaat, dan zijn er twee mogelijkheden om de tics in ernst te laten afnemen (vaak is helemaal stoppen niet haalbaar). Er kan medicatie gegeven worden, of je kunt het kind leren zijn tics te onderdrukken of te vervangen door minder storende handelingen.
Eerst is het belangrijk om te weten of de bewegingen en de geluiden die uw zoon maakt, echte tics zijn. Kinderpsychiaters en neurologen spreken over tics als het gaat om ongewilde, korte, schok-achtige, plotselinge, zich herhalende bewegingen of geluiden, die onbewust uitgevoerd worden.
Tics kunnen meestal slecht tegengehouden worden, al kondigen ze zich soms wel aan, door een soort tintelend gevoel.
Het woord 'tic' wordt overigens door veel mensen ook voor andere gedragingen gebruikt, zoals vreemde gewoontes, zenuwachtig gedrag, druk gedrag, of dwangmatig gedrag. Maar dat is dus iets anders dan echte tics.
Een tic herken je als volgt:
Tics kunnen op verschillende manieren worden ingedeeld. Er kan bijvoorbeeld onderscheid worden gemaakt tussen:
Maar je kunt ze ook anders indelen:
Als een tic langer dan een jaar bestaat, en als een kind er echt last van heeft (doordat hij er moe van wordt of zich ervoor schaamt), dan spreken we van een tic-stoornis.
Als er sprake is van bewegingstics, plus minimaal één geluidje, dan spreken we van de stoornis van Gilles de la Tourette. Mensen schrikken vaak van deze diagnose, omdat ze zich er iemand bij voorstellen die alsmaar scheldwoorden roept en obscene gebaren maakt. Dit komt echter maar heel zelden voor.
Waarschijnlijk spelen erfelijke factoren de belangrijkste rol bij het ontstaan van een tic. Ze worden vaak wel erger in spannende of emotionele periodes.
Het zou goed kunnen zijn dat uw zoon inderdaad lijdt aan tics, hoewel niet álle dingen die u noemt tics hoeven te zijn. Het knipperen met de ogen, het keelschrapen en het lucht happen doen denken aan tics. Maar nagelriemvelletjes bijten en gewrichten knakken zijn vaker 'gewoon' zenuwachtige gewoontes.
Ook de leeftijd waarop de tics begonnen past goed: meestal beginnen tics tussen de kleuterleeftijd en de puberteit. Kennelijk heeft uw zoon er de afgelopen jaren niet zoveel last van gehad en heeft u er zelf ook niet zoveel aandacht aan hoeven schenken. De basisschool is vaak een veilige en geborgen plek waar kinderen, als het goed is, geaccepteerd worden zoals ze zijn.
Meestal is het eerste advies om een kind met tics én zijn omgeving veel uitleg te geven over datgene wat er aan de hand is. Vaak hoeft er verder niets aan gedaan te worden, als het kind er geen last van heeft. Het is vaak al een grote steun als men weet dat het niet opzettelijk gebeurt, en dat een kind er niet zomaar mee kan ophouden.
De overgang naar de middelbare school is voor alle kinderen een spannende periode, en het kan zijn dat uw zoon daarom nu meer last heeft van zijn tics. Ook kan het zijn dat de nieuwe kinderen in de klas, die hem nog niet zo goed kennen, de tics vreemd en raar vinden en niet goed weten wat het inhoudt. Uitleg aan uw zoon zelf en misschien samen met hem aan de mentor en eventueel de klas, kan al veel rust en meer begrip geven.
Daarnaast ziet het ernaar uit dat de tics vaak in de loop van de puberteit in hevigheid afnemen, zodat u ook kunt beslissen om nog even af te wachten hoe het verder gaat met uw zoon.
Als u toch wat wilt doen, dan kunt u met uw zoon naar een deskundige gaan. Die kan nagaan of er sprake is van een tic-stoornis, en of er eventueel een behandeling moet plaatsvinden. Dat kan met medicijnen en/of training.
Medicijnen hebben behalve de gewenste werking altijd bijwerkingen, en dat is een nadeel. De bijwerkingen zijn afhankelijk van het medicijn dat gekozen wordt, maar stijfheid, trillen en andersoortige bewegingen zijn mogelijk. Het is in verschillende onderzoeken wel duidelijk geworden dat de tics er minder van worden, maar steeds zal moeten worden afgewogen of de voordelen opwegen tegen de nadelen.
Het leren onderdrukken van tics gaat vaak in de vorm van een gedragstherapie. Een kind, meestal samen met de ouder, begint dan met goed bijhouden wat voor tics hij allemaal heeft en in welke situaties die zich voordoen. Met behulp van ontspanningsoefeningen en samen met het kind bedachte tegengestelde bewegingen, kan het kind leren meer controle te krijgen over zijn tics.
Over deze gedragstherapie zijn nog niet zoveel onderzoeksgegevens beschikbaar. Het fijne is echter dat er geen bijwerkingen zijn, en dat het kind meer grip kan krijgen op de oncontroleerbare bewegingen en geluiden.
Over tics is veel informatie beschikbaar op Internet. Bijvoorbeeld:
Veel succes ermee!
Annelou de Vries is kinder- en jeugdpsychiater, en als zodanig werkzaam bij het VU Medisch Centrum te Amsterdam. Daarnaast werkt zij mee aan de opleiding voor kinder- en jeugdpsychiaters.