19 februari 2010 door Justine Pardoen

Gevaarlijke ontwikkelingen

"Ouders wantrouwen consultatiebureaus" kopte het Algemeen Dagblad afgelopen woensdag (17 februari 2010). Alle media-redacties sprongen er bovenop. Onze telefoons stonden roodgloeiend, en onze mailboxen puilden uit. Een media-hype was geboren. Maar waar ging het nu eigenlijk over? Justine Pardoen, hoofdredacteur van Ouders Online, blikt terug.

Afgelopen woensdag (17 februari) opende het Algemeen Dagblad met een artikel waarin wij onze zorg uitten over het toenemende wantrouwen van ouders in hulpverleners rond het gezin. Het was een uitstekend artikel. Voor ons was het geen nieuws. Maar voor de krant wel.

Behalve enorme bergen e-mail van ouders die zich opeens ontzettend gesteund en begrepen voelden én bijval van een aantal professionals uit de jeugdgezondheidszorg, kregen we ook heel wat kritiek te verduren. Het dagblad Trouw wijdde er zelfs een commentaar aan.

Verontrustend

Blijkbaar is het voor veel mensen erg verontrustend dat wij ouders soms adviseren om niet naar Bureau Jeugdzorg te gaan maar dat ze soms beter op zoek kunnen gaan naar een onafhankelijke psycholoog, omdat ze dan kunnen vermijden dat er van alles in een digitaal dossier opgenomen wordt wat je lang kan achtervolgen.

Ook ondersteunen we het advies dat ouders elkaar soms geven, om voorzichtiger te zijn met het vertellen van persoonlijke dingen op het consultatiebureau, omdat dat kan leiden tot het stempel 'risico-gezin', met toenemende bemoeienis tot gevolg.

In sommige reacties werd het 'ronduit gevaarlijk' genoemd, dat wij dit doen. Een manager in de jeugdzorg meende zelfs dat het eerstvolgende "kofferbak-drama" onze schuld zou kunnen zijn.

Wie echter denkt dat ouders die tevreden zijn over de jeugdzorg en de jeugdgezondheidszorg daar weg zullen lopen, alleen omdat wij dat zouden adviseren, die onderschat ouders. En wie denkt dat ouders dat zullen doen omdat wij zulks adviseren, die overschat onze invloed.

Menselijke maat moet terug

Laat het duidelijk zijn: we boycotten noch de jeugdzorg noch de jeugdgezondheidszorg. We adviseren ouders bijvoorbeeld nooit om weg te blijven van het consultatiebureau. Maar we besloten wel om de verhalen van ouders te vertellen over hoe goed bedoelde beslissingen kúnnen uitwerken. Niet om de jgz of Bureau Jeugdzorg in een kwaad daglicht te stellen, maar om de menselijke maat weer terug te krijgen. Ik hoop dat hulpverleners weer náást ouders durven te gaan staan, in plaats van ertegenover.

Een treffende ervaring in dit verband, deed ik op tijdens een lezing voor aankomend pedagogen in Tilburg. Ik vroeg de studenten wat ze ervan vonden om alles wat ze geleerd hebben aan protocollen eens weg te denken, en zich voor te stellen hoe het zou zijn om onbevangen naar verhalen van ouders te luisteren die bij hen kwamen met een probleem. Dat was nieuw voor ze. Want als je handelt in het belang van het kind dan doet het belang van de ouders er toch niet meer toe?

Voorkoming kindermishandeling

We signaleren dat er iets veranderd is sinds de dood van Savannah en het Maasmeisje: alles is erop gericht om nog meer kindermishandeling te voorkomen. En terecht! Maar we willen wel dat er geluisterd wordt naar ouders die aan den lijve ondervinden wat de schadelijke gevolgen zijn van het huidige beleid. Dat beleid veronderstelt namelijk dat álle ouders potentiële daders van kindermishandeling zijn, tót het moment dat ze bewezen hebben dat niet te zijn. Alle zorgprofessionals moeten kijken door die bril, en mogen taken die daarbij horen niet weigeren.

Maar dit is het gevolg: meer levens worden ontwricht, meer gezinnen worden uit elkaar gehaald dan ooit, terwijl het aantal mishandelingen niet afneemt. Het recht op privacy neemt echter wel snel af en de controle achter de voordeur neemt toe. Maar ook het aantal fouten neemt toe: 1 op de 10 meldingen bij het AMK is loos alarm. Wat dat voor gevolgen kan hebben, stond beschreven in Trouw van 9 februari.

Verhalen

Ook wij vertellen die verhalen, net als Trouw. Verhalen van gezinnen die te maken krijgen met een schadelijke uitwerking van het huidige beleid. Zoals:

  • je vraagt om hulp voor een licht opvoedprobleem en je eindigt met een uithuisplaatsing van je kinderen en een slepende procedure om dat te herstellen;
  • je vertelt in je onschuld dat je het zwaar hebt omdat je man pas weggelopen is (waardoor je een keer per ongeluk het brood van je kind in een beschimmeld broodtrommeltje hebt gedaan), en de juf doet een melding bij het AMK waarna het gevecht begint;
  • je komt met een peuter met een gebroken armpje bij de Eerste Hulp en je kind wordt zonder dat jij erbij mag zijn, onderzocht op sporen van mishandeling.

Kortom: je bent schuldig totdat je kunt bewijzen dat er niets aan de hand is en je wél een goede ouder bent. Het is niet anders. Maar het moet wel anders.

Geen uitzonderingen meer

De prijs van alle goede bedoelingen is hoog. De verhalen van ouders zijn schrijnend, en hun aantal neemt toe, signaleren wij. Hoeveel moeten het er zijn voor GGD Nederland en ActiZ (waar de CB's onder vallen) om niet meer te spreken van 'uitzonderingen', zodat ouders eindelijk serieus genomen worden?

In een gezamenlijke reactie op onze uitspraken zeiden ze zich "totaal niet te herkennen in het geschetste beeld van wantrouwen", en dat "het opkomstpercentage voor het CB heel hoog is, namelijk boven de 95%". (Een hoog opkomstpercentage zegt nog niets over de tevredenheid, maar dit terzijde.)

In een radio-interview voegde senior beleidsmedewerker jeugdgezondheidszorg Inge Steinbuch van Actiz daar nog aan toe: "Als onvrede via de media geuit wordt, kunnen de consultatiebureaus daar concreet niet zoveel mee en dat is jammer."

Kritiek van de fans

Nee maar! Toen we jaren geleden, nadat we gedegen onderzoek hadden gedaan naar de ervaringen van ouders op het consultatiebureau, de resultaten presenteerden, nam niemand die serieus. Het hoofd van OKZ Nederland (de instantie die destijds verantwoordelijk was voor de consultatiebureaus) zei bij het aanbieden van het rapport: "Als ons om een reactie gevraagd wordt, dan zullen we zeggen dat het onderzoek niet deugt".

Het onderzoek had als titel 'Kritiek van de fans'. Ouders willen namelijk dat het consultatiebureau blijft, ze willen er graag naartoe, maar ze hebben wel kritiek. Hoe kun je jezelf verbeteren als je niet naar ouders wilt luisteren?

Wens voor de toekomst

Het is niet Ouders Online die het zorgsysteem ondermijnt, dat doen de uitvoerders van het huidige jeugd(zorg)beleid zelf wel. Wij zijn alleen de boodschappers van het slechte nieuws. En ook wíj vinden dat slecht nieuws, want ouders kunnen niet zonder een goed zorgsysteem.

We hebben dan ook één grote wens voor de toekomst: dat hulpverleners weer gaan zien dat ze te maken hebben met mensen, in plaats van met 'casussen' en 'dossiers'. Dus dat bij elke beslissing even gedacht wordt: "Wat betekent dit voor deze mensen, en hoe zou ik me voelen als dit míj overkwam?"

We zouden willen dat zorgverleners altijd ook zélf blijven nadenken, in plaats van zich te gedragen als kille uitvoerders die zichzelf rechtvaardigen met: "Het is me nu eenmaal zo opgedragen". Dat laatste horen we bijvoorbeeld van wijkverpleegkundigen die verplicht zijn om vragenlijsten in te vullen, terwijl ze dat eigenlijk liever niet zouden willen. Ook het invullen van zo'n lijst op een later tijdstip dan het protocol vereist (bijvoorbeeld omdat een jgz-medewerker de ouders en hun situatie dan beter kent), is niet toegestaan.

Fouten máken is menselijk, ze ontkennen is gevaarlijk

Ouders zien ook wel in dat het menselijk is dat er fouten gemaakt worden. Maar ontkennen dat er fouten worden gemaakt, het goedpraten van beleid onder verwijzing naar de goede bedoelingen, en niet willen meewerken om schadelijke gevolgen te herstellen; dát is pas gevaarlijk. De berg met akelige verhalen die we daarover ontvangen, groeit en groeit.