1 juli 2008 door Martine Borgdorff

Ruimte voor ouders

Wat hebben kinderen nodig? En hoe kunnen ouders hun dat geven? Over die vragen bogen zich tal van deskundigen, op het congres 'Ruimte voor ouderschap'.

Afgelopen woensdag, 25 juni, werd er een congres voor ouders en opvoeders gehouden, getiteld: 'Ruimte voor ouderschap' en met als ondertitel: 'Kind en ouders in de knel'. Dat het knelt, was te merken. De geluiden waren kritisch en soms ronduit somber: de druk op gezinnen met (jonge) kinderen is onverantwoord groot en wordt steeds groter. Ouders snakken naar ruimte om ook daadwerkelijk ouder te kunnen zijn, maar krijgen die van de maatschappij niet. Gelukkig gloort er licht aan het einde van de tunnel: het goede nieuws is dat ouderschap in ieder geval op de agenda staat.

Bemoedigend woordje

Hij was er een paar minuten, minister Rouvoet van Jeugd en Gezin, met een van tevoren opgenomen bemoedigend woordje. Hij benadrukte nog maar eens dat het gezin zo vitaal is als wat, dat het puzzelen blijft met die kinderopvang, die baan en dat gezin, maar dat hij hoogstpersoonlijk naar mogelijkheden blijft zoeken om de positie van het gezin te versterken.

Jammer dat Rouvoet niet in levenden lijve aanwezig was in de bomvolle zaal aan het Amsterdamse IJ. Dan had hij kennis kunnen nemen van andere, veel kritischer geluiden van een indrukwekkende rits kenners. Bas Levering (pedagoog), Rita Kohnstamm (ontwikkelingspsycholoog), Didi Braat (hoogleraar gynaecologie), Beatrijs Smulders (verloskundige), Nanneke Quik-Schuyt (ex-kinderrechter), om er maar een paar te noemen. En, last but not least, een zaal vol ouders en andere deskundigen.

Meer dan verzorging

Het ging nu eens niet alleen over kinderopvang, de combinatie van werk en gezin of de werklust van moeders. Het kwam wel langs in de vele interviews die debatleider Youri Albrecht hield, maar dat werden de minst interessante onderdelen.

Veel verrassender waren de gesprekken met artsen en ontwikkelingspsychologen en al die andere mensen die nog maar eens benadrukten dat kinderen méér nodig hebben dan verzorging en een dak boven hun hoofd. Namelijk: kwaliteit. En ouders moeten in de gelegenheid worden gesteld die kwaliteit te bieden.

Dat begint al in de eerste maanden, benadrukte verloskundige Beatrijs Smulders nog maar eens. En met haar anderen, onder wie ontwikkelingspsycholoog Rita Kohnstamm. Dat eerste levensjaar van je kind, daar moet je tijd voor uittrekken. Dus niet op een holletje naar het kinderdagverblijf met een zuigeling van amper twee maanden oud. Maar zelf aanwezig zijn, voor een gezonde hechting. Natuurlijk, haastten de sprekers zich te zeggen, als het niet anders kan, is buitenshuis werken een goede tweede, maar wie echt let op het belang van het kind, blijft het eerste jaar thuis.

Dubbele boodschap

Het is de dubbele boodschap die veel ouders dondersgoed kennen. Dat intuïtieve stemmetje (blijf bij 'm!) en dat rationele (werk!) dat daar haaks op staat. En dan geeft de overheid ook nog eens een dubbelzinnig signaal af: ouders moeten blijven werken, terwijl tegelijkertijd de autonomie van ouders wordt ondermijnd. De inmenging van de overheid in de opvoeding is groter aan het worden dan die ooit geweest is.

Helaas voor ouders staan tussen droom en daad nog bergen bezwaren. Kunnen kiezen voor een periode exclusief met je kinderen, is een luxe. Je moet het wel kunnen betalen. Veel vaker wordt er door Nederlandse ouders een compromis gezocht: deels moederen/vaderen, deels werken. Maar ook daar wordt niet de ondersteuning en erkenning in gevoeld die ze wel nodig hebben, zo klonk het woensdag.

Lage status

Al debatterend raakten de deskundigen in Amsterdam aan een even teer als lastig punt. De status van ouderschap in Nederland is zó laag dat er simpelweg geen prioriteit aan wordt gegeven. Nederland loopt achteraan in Europa wat verlofregelingen betreft, je werk opzeggen om voor de kinderen te zorgen wordt omschreven als 'thuiszitten' en de eerste de beste die gezinspolitiek op de agenda wil zetten, is verdacht.

'Gezin in Nederland' = spruitjeslucht en jaren '50. Politiek gezien is 'gezin' geen sexy thema en dus blijft de besluitvorming achter. Het beetje aandacht dat de overheid de Nederlandse ouder schenkt, getuigt dan ook nog eens van bedroevend weinig vertrouwen. De ouders die zich wagen aan de opvoeding van hun kinderen, moeten dat doen onder het wakend oog van een elektronisch kinddossier en bijbehorend risicoprofiel. Terwijl er zo veel is dat pleit voor doortimmerd beleid dat ouders wél de ruimte kan geven.

Suggesties

Suggesties voor ruimtescheppende maatregelen waren er genoeg, afgelopen woensdag. Zoals:

  • een jaar verlof voor iedere verse moeder;
  • de mogelijkheid je kinderen (medisch gezien) op tijd te krijgen;
  • betaald ouderschapsverlof voor iedereen;
  • kinderopvang waar kwaliteit wordt geboden;
  • een overheid die wil werken aan een zodanige cultuuromslag dat ouders gewaardeerd worden;
  • schooltijden die van deze tijd zijn;
  • weg met die zwaarwegende economische belangen die het zorgen devalueren.

Natuurlijk, dat kost allemaal geld. Maar het langetermijneffect zal grandioos zijn. Daar waren deskundigen en toehoorders het over eens. Hechte gezinnen, goed gehechte kinderen, gelukkige ouders, blije nazaten, een betere wereld. A world fit for children, is a world fit for everyone.

Dat geeft de burger weer moed. Die hardop uitgesproken gedachte dat kinderen grootbrengen een 'natural thing' is, dat het goed is om je aan je kinderen te wijden, maar dat dit helemaal niet in de weg hoeft te staan van allerlei ambities en levenskeuzes, welnee. Je kinderen gooien je leven niet overhoop, ze maken er deel van uit. Misschien wel het leukste deel, maar dat weten ouders al lang.

Ruimte moet je némen

Het congres was interessant, maar tot echte oplossingen of aanbevelingen kwam het vooralsnog niet. En misschien is de beste aanbeveling ook wel om niet te wachten tot anderen op het idee komen ouders de winter door te helpen.

Want als er een ding duidelijk werd in Amsterdam, dan was het wel dit: ruimte voor ouderschap moet je niet krijgen, die moet je nemen.