Brr.. Koud! Check onze hacks om je kind lekker warm én gezond te houden

21 november 2004 door Justine Pardoen

Elke baby is anders: ontdek de verschillen

Ouders willen meestal graag weten wat voor soort kind ze hebben. Waar kun je op letten? Ouders Online helpt u op weg.

Iedereen komt op de wereld met een eigen persoonlijkheid. Ook bij baby's zie je al grote verschillen. De ene baby huilt snel bij frustratie, de ander is wat meer afwachtend. De ene kijkt wat langer voordat hij iets onderneemt, de ander gaat er gewoon meteen op af en ziet wel wat ervan komt.

In het algemeen spelen de volgende factoren een rol:

1. Geslacht - soms lukt het om bepaalde eigenschappen van een kind terug te voeren op een verschil tussen jongens en meisjes. Zo denken we dat het een typisch kenmerk van meisjes is om zorgzaam te zijn. En jongens zouden van nature wat ongehoorzamer zijn dan meisjes. Het klinkt seksistisch, en uitzonderingen komen vaak voor, maar toch... Geef een blok klei aan een stel kleuters, dan zullen de meisjes al snel een figuurtje gaan kleien, terwijl de jongens de sleutelgaten van de deuren gaan dichtproppen.

2. Omgeving - ook de plaats van het kind in het gezin heeft invloed op zijn temperament: een oudste kind moet bijvoorbeeld de kooltjes uit het vuur halen voor de jongsten. En een laatste kind is vaak gemakkelijker, minder veeleisend, en zelfredzamer. Ook al heeft elk kind in een gezin dezelfde ouders, dan gedragen de ouders zich tegenover elk kind weer anders.

3. Erfelijkheid - vaak willen ouders graag zien dat een kind lijkt op de vader, de moeder, de opa of de oma. Dat maakt bepaalde eigenschappen of gedragingen van het kind begrijpelijker en misschien gemakkelijker te accepteren.

Hoe het ook zij: elk kind is uniek en het is goed om rekening te houden met de specifieke persoonlijkheid van je kind. Op die manier zul je niet alleen minder botsen bij de opvoeding, maar sterk je het kind ook in zijn zelfgevoel. Het gevoel dat het kind gaat ontwikkelen over wie hij zelf is, en dat het goed is zoals hij is.

Baby's en temperamenten

Ook al kun je goed zien dat baby's verschillen in de manier waarop ze reageren op hun omgeving, de eerste paar maanden zeggen vaak nog bitter weinig.

De eerste paar maanden kun je nog maar weinig conclusies trekken, omdat het gedrag van een baby in die periode nog erg bepaald wordt door de omstandigheden rond de zwangerschap, de geboorte en de kraamtijd. Denk bijvoorbeeld aan: te vroeg of te laat geboren, een kunstverlossing, een moeilijke bevalling, het geboortegewicht, complicaties (koorts, infectie), of een verblijf in de couveuse.

Pas na een maand of drie wordt het eigen temperament van je baby goed zichtbaar.

Niettemin zie je ook vóór die tijd al gedrag dat typisch bij jouw kindje hoort. Iets wat bijvoorbeeld snel opvalt, is de manier van ademhalen: rustig of onrustig, diep of ondiep.

En elk kind heeft een eigen manier van huilen. De een huilt altijd op dezelfde manier, de ander heeft grote verschillen in de manier van huilen, afhankelijk van de oorzaak. Het ene kind vindt water fijn, het andere blijft altijd een beetje bang in het badje.

Ook in de manier van bewegen, de gezichtsuitdrukking, maar ook in de manier waarop de armpjes en beentjes bewegen, zie je in het begin al grote verschillen.

Wennen

In de eerste paar maanden moeten de ouders en het kind elkaar nog leren kennen. Het is lang niet altijd zo dat je 'een bekende' ontmoet, zodra je je kind – als het net uit de buik komt – in je armen krijgt. Meestal duurt het een tijdje voor je doorhebt wat voor kind het is.

Wat voor kind kun je gekregen hebben? Misschien een alert kind, dat al piept bij het minste of geringste. Of een kind dat snel tevreden is en nauwelijks iets laat merken als hij pijn heeft. De ene baby kijkt meer, de andere luistert vooral. Het ene kind wil graag houvast: een mutsje op, lekker strak ingestopt, terwijl het andere juist ruimte om zich heen wil.

Ook de mate waarin het lukt een kind te troosten, kan sterk verschillen. Het ene kind wordt snel rustig als je het oppakt, terwijl het bij een ander kind veel meer moeite kost om het tot bedaren te brengen.

Goed kijken

Vanwege al die verschillen is het belangrijk om goed te kijken naar je baby. Wat vindt hij fijn? Hoe kun je het beste contact maken? Hoe leert hij en hoe kun je hem helpen bij zijn ontwikkeling?

Een kind dat kieskeurig is met smaak, zal moeite hebben met het leren eten van verschillende nieuwe dingen. En een kind dat snel last heeft van lawaai, doe je geen plezier met omstandigheden waarin altijd veel kinderen bij elkaar zijn.

Oei ik groei

Niet alle ouders vinden het gemakkelijk om te begrijpen wat er in het koppie van hun kind omgaat. Daar zijn echter handige boeken voor.

Een van die boeken is 'Oei, ik groei'. Het geeft ouders een handvat om op een systematische manier te kijken naar hun kindje. En het laat zien dat op belangrijke momenten in de groei, bij de zogeheten 'sprongetjes', het kind lastiger is dan normaal.

Bij een sprongetje herken je het gedrag van een baby aan de drie H's: hangerig, huilerig en humeurig. In het boek vind je tips en spelletjes waarmee je je kind kunt boeien in die speciale groeiperiode. Er is kort geleden een geheel vernieuwde versie verschenen, waarmee je je kind kunt volgen tot hij 1 ½ jaar oud is. ('Oei, ik groei! De tien sprongen in de mentale ontwikkeling van je baby.' Door: Hetty van de Rijt en Frans X. Plooij. Kosmos/Lifetime, nieuwe editie 2004.)

Niet alles is temperament

Als een kindje in het eerste jaar opvallend passief is, dan heeft dat meestal niet met temperament te maken. In zo'n geval is het belangrijk om te onderzoeken of de baby wel goed kan horen en zien.

Volgt hij een beetje of helemaal niet wat er om hem heen gebeurt? Op welke prikkels reageert hij wel en niet? Bespreek dit op het consultatiebureau. Hetzelfde geldt als een baby overmatig huilt. Er is sprake van een huilbaby als hij meer dan 3 uur per dag (gedurende een langere tijd) huilt. Ook dan is het goed om er eens met een deskundige over te praten.

Verder surfen

Literatuur

  • Henk Algra, 'Opvoeding die past - Over temperament bij kinderen'. Boekencentrum, 2004.
  • Elisabeth Aron, 'Het hoogsensitieve kind'. Archipel, 2004. (Zie ook: de boekbespreking op Ouders Online.)
  • Tracy Hogg en Melinda Blau, 'Wat je baby vertelt'. Forum/De Boekerij, 2001. (Zie ook: de boekbespreking op Ouders Online.)
  • Hetty van de Rijt en Frans X. Plooij, 'Oei, ik groei! De tien sprongen in de mentale ontwikkeling van je baby'. Kosmos/Lifetime, nieuwe editie 2004.
Lees ook: