Het forum van Ouders.nl is een online community waar iedereen respectvol met elkaar omgaat. Het forum is er voor ouders met vragen over opvoeding, ouderschap, ontwikkeling, gezondheid, school en alle andere dingen die je als ouder tegenkomt in het leven.
6 september 2002 door Nanny Gortzak
Ik heb een zoontje van 3 maanden. Sinds twee weken heeft hij eczeem. Na de eerste maand heeft hij door omstandigheden geen borstvoeding meer gehad. Nu wil ik in verband met het eczeem – en de kans op andere allergieën – weer beginnen met de borstvoeding. Op dit moment komt er nog een klein beetje (gelige) melk uit mijn borsten wanneer ik aanleg.
Dit zijn mijn vragen:
Kanttekening: ik ben al weer aan het werk en zal dus gebruik moeten maken van een kolf-machine.
Uw vragen hebben betrekking op een proces dat 'relactatie' wordt genoemd. Daarmee wordt bedoeld dat een moeder, die ooit al eens een kind gebaard heeft, de melkproductie weer gaat opvoeren nadat deze geheel of gedeeltelijk gestopt is.
Hieronder zal ik uitleggen waarom relactatie nuttig kan zijn en hoe je dat kunt aanpakken.
Moeders kunnen een wens tot relacteren hebben omdat ze toch liever willen borstvoeden. Soms omdat ze dat gewoon leuk vinden, maar vaak ook omdat blijkt dat hun baby problemen heeft met de vertering van kunstmatige zuigelingenvoeding. Ook eczeem en allergieën zijn mogelijke beweegredenen om opnieuw met de borstvoeding te beginnen.
Moedermelk biedt bescherming tegen allerlei ziektes en allergieën, en kan eczeem voorkomen. Deze bescherming is dosis-afhankelijk. Dus: hoe minder bijvoeding een baby krijgt, hoe groter het beschermende effect van de borstvoeding. Om die reden wordt aangeraden de eerste zes maanden uitsluitend moedermelk te geven.
Kortom: het heeft zeker zin om alsnog met borstvoeden te (her)starten.
Relactatie zal niet in alle gevallen lukken. De kans van slagen hangt af van twee dingen:
In de regel zal het allemaal gemakkelijker gaan naarmate de baby jonger is.
Om de melkproductie op gang te krijgen, zal in het ideale geval de baby vaak aan de borst moeten drinken. Als het lukt om goed aan te leggen, kan in principe alle melkvoeding al aan de borst gegeven worden door middel van een borstvoedings-ondersteuningsset.
Hierbij wordt de melk in een containertje gedaan dat om de hals van de moeder hangt. Vanuit het containertje komt een slangetje dat op de borst geplakt wordt, zodanig dat de baby het slangetje in de mond neemt mét de tepel.
De baby zal nu gaan zuigen, wat een stimulans is voor de borst om melk te gaan produceren. De moeder merkt meestal dat ze melk produceert doordat bij het toeschieten van de melk de andere borst zal gaan lekken.
Als de baby de borst niet goed pakt, dient de melkproductie op gang gebracht te worden met behulp van een goede, tweezijdige kolf.
De moeder zal een aantal keren per dag moeten kolven, bij voorkeur om de 2 tot 3 uur. En als het even kan ook in de nacht, of desnoods in de late avond. De productie van prolactine, het hormoon dat zorgt voor de melk-aanmaak, is namelijk hoger in de avond en de nacht dan overdag.
Verwacht in het begin niet veel: het kan gemakkelijk één tot enkele weken duren voor er druppeltjes uit de borst komen.
Ook wanneer de moeder de melkvoedingen met de hulpset geeft, kan kolven na de voeding de melkproductie extra stimuleren. De afgekolfde melk wordt bij een volgende voeding aangeboden via de hulpset.
Ondertussen zal de baby aangespoord moeten worden om de borst weer te nemen.
Om de baby weer vertrouwd te maken met de borst, zullen moeder en kind veel huid-op-huid contact moeten hebben. Daarbij kan het helpen om één of meer van de volgende situaties te creëren:
Ook is veel lichamelijk contact goed voor de hormoon-productie bij de moeder.
In principe is het mogelijk om medicijnen te slikken die de melkproductie verhogen. Dit kan gebeuren in overleg met een arts. De meeste stimulans zal echter toch van de baby of het kolven moeten komen.
Daarnaast is goede begeleiding van een lactatiekundige raadzaam. Zij kan helpen bij het opzetten van een persoonlijk plan, afhankelijk van de melkproductie en de mate waarin de baby de borst pakt.
Bij gebruik van hulpmiddelen (zoals een tepelhoedje of een borstvoedings-ondersteuningsset) is hulp van een lactatiekundige eigenlijk onontbeerlijk.
Als de moeder werkt, zal het stimuleren van de borsten op werkdagen door de kolf moeten gebeuren. Gedurende de tijd dat u thuis bent, kunt u werken aan het aanleggen.
Een paar dagen achter elkaar vrij nemen om aan de melkproductie en het aanleggen te werken, kan een positief effect hebben.
Ik wens u heel veel succes.
is lactatiekundige IBCLC.